Een aantal Amerikaanse filosofen, sociologen en politicologen vonden elkaar in hun bezorgde reacties op het toentertijd gezaghebbende werk. In Rawls’ noties van marktwerking, ruilverkeer en eigenbelang misten zij vooral de rol die ‘de gemeenschap’ in de maatschappij kan spelen. Niet voor niets werd gekozen voor ‘communitarisme’ (‘communitarianism’, in het Engels) als naam voor deze nieuwe denkstroming.
De belangrijkste communitaristen Taylor, Sandel, MacIntyre, en Walzer waarschuwden in hun publicaties tegen de uitwassen van het ongebreidelde liberalisme: solidariteit, broederschap, naastenliefde en gemeenschapszin zouden meer en meer in het geding komen. In de loop van de jaren tachtig verbreedde dit debat zich tot een algemene cultuurkritiek op de moderne – Amerikaanse – samenleving. Het communitarisme werd tevens een pleidooi voor de herwaardering van traditionele sociale instanties als het gezin, de kerk, de lokale gemeenschap en het vaderland.
Vanuit deze sociologische invalshoek ontstond een meer maatschappelijk georiënteerd verzet tegen het morele relativisme, het libertarisme en individualisme van de progressieve jaren ‘70. Onder leiding van communitaristische denkers als Philip Selznick en Amitai Etzioni wordt het communitarisme niet alleen een kritiek óp maar ook een alternatief vóór het destijds zo dominante liberalisme. Wat eind jaren ‘80 nog de zorg is van een groep academici, wordt dan uiteindelijk in 1993 door socioloog Amitai Etzioni tot een echte sociale beweging gemaakt: het Communitarian Network wordt opgericht. Doelstelling: tegenwicht bieden aan ‘breakdown in the moral fabric of society’. Middelen: debatten, dialogen, conferenties en geschriften.
Het communitarisme gaat niet uit van (de rechten van) het individu, maar redeneert vanuit ‘community’, de gemeenschap. Een persoon is niet een vrijzwevend atoom – de liberale opvatting -, maar (onder)deel van een samenleving. Personen komen immers voort uit samenlevingsverbanden, en ze worden ook gevórmd door die gemeenschappen (gezin, school, werk, vriendenkring) waarin zij hun leven leiden. De samenleving zelf wordt gezien als een ‘gemeenschap van gemeenschappen’.
Het communitarisme wordt ook wel aangeduid als ‘derde weg’. Niet de markt of de staat is het uitgangspunt, maar de samenleving. De staat heeft niet als taak de normen en waarden op te leggen of op te dringen, maar wel de plicht om burgers tot morele dialoog te bewegen. Niet de economie heeft het primaat, maar de mentaliteit. De samenleving wordt een waardengemeenschap waarbinnen ‘eenheid binnen verscheidenheid’ heerst. Ook in het omgaan met nieuwkomers biedt het communitarisme een derde weg: tussen assimiliatie en segregatie is naast een kern van ‘gedeelde waarden’ ook diversiteit mogelijk, en gewenst.
Uitgangspunt is hierbij dat mensen op een ethisch verantwoorde manier leven en hun verantwoordelijkheid nemen. Amitai Etzioni ontwikkelde, als de geestelijk vader van het sociale communitarisme, een ‘nieuwe gouden regel’ in navolging van Kant’s aloude gouden gedragsregel ‘wat u niet wil dat u geschiedt, doe dat ook de ander niet’. Etzioni’s nieuwe vuistregel voor de ethiek luidt dat elk lid van de gemeenschap op basis van vrijwilligheid ethisch, sociaal en vanuit wederzijds respect dient te handelen en samenleven.
Hoewel Etzioni in de jaren 1979-1980, onder Democraat Jimmy Carter, al eens adviseur was van het Witte Huis, dateert zijn politieke invloed vooral uit de jaren negentig. In Duitsland raakten Rudolf Scharping, Joshka Fisher en Helmut Kohl geinteresseerd in de jaren na 1993 -als het ' Network' is opgericht-. Maar vooral met de verschijning van 'The New Golden Rule' in 1996-1997 begint de interesse van de politiek toe te nemen. Zowel van Tony Blair en zijn Third Way als van de Clinton's en Gore is bekend dat Etzioni met zijn interpretatie van het communitarisme invloed had op hun politieke beleid.