JONGEREN EN WERK
Wat er ook over de jeugd te zeggen is, ze kan niet van ledigheid worden beschuldigd. Jongeren zijn de afgelopen jaren steeds meer gaan werken. In 2003 had bijna de helft van alle jongeren een bijbaantje, waarmee gemiddeld 113 euro per maand werd verdiend. Opvallend is dat jongeren steeds minder seizoenswerk doen; in plaats van het bijwerken in de zomer en in de vakantie werken jongeren nu het hele jaar door. En dat ongeveer acht uur per week.
JONGEREN EN GELD
Wat er aan geld binnenkomt, gaat er ook gemakkelijk weer uit. Volgens het CBS sparen jongeren maar weinig, en geven ze het merendeel van de inkomsten meteen weer uit. De euro’s worden vooral verwisseld voor kleding, alcohol en mobiele telefonie.
Maar de uitgaven van jongeren liggen gemiddeld net iets hoger dan de inkomsten. Het gevolg is dat een aardig deel van de jeugd al op vroege leeftijd met schulden te maken heeft. Vooral jongeren op de VMBO en leerlingen in de Beroeps Begeleidende Leerweg (het vroegere leerlingwezen) geven meer uit dat er binnenkomt. En dat terwijl deze groep ook het minste perspectief heeft op de arbeidsmarkt.
JONGEREN EN CRIMINALITEIT
Worden jongeren gewelddadiger? Uit cijfers die dit jaar door het CBS werden gepubliceerd lijkt het antwoord op deze vraag bevestigend.
In 2001 was bijna 17 procent van alle door de politie verhoorde verdachten in de leeftijd van 12 tot en met 17 jaar. Het aandeel meisjes is met 16 procent laag, maar neemt de laatste jaren wel wat toe.
Binnen deze groepen valt op dat steeds meer jongeren worden verhoord in verband met geweldsmisdrijven, en het aantal betrokkenen bij vermogensmisdrijven (zoals diefstal) afneemt. In 1985 werden nog 33 duizend minderjarige verdachten verhoord in verband met vermogensdelicten, in 2001 waren dit er nog 23 duizend. Daarentegen bedroeg het aantal minderjarige verdachten van geweldsmisdrijven 11 duizend, een verdrievoudiging bij jongens ten opzichte van 1985, bij meisjes is in dit opzicht zelfs sprake van een verachtvoudiging.
Dat jongeren gewelddadiger zijn geworden, of daar althans vaker voor worden opgepakt, blijkt ook uit de cijfers die Arjen Jonker, directeur van Rijksinrichting Den Engh, noemde tijdens het debat rondom dit drieluik.
In 1990 werden 11000 jongeren door middel van een maatregel onder toezicht geplaatst van justitie of maatschappelijk werk. In 2000 was dat aantal verdubbelt tot 22000. Daarnaast werden in 1990 27000 jongeren veroordeelt voor een (klein of groot) crimineel vergrijp. In 2000 was dat aantal bijna verdubbelt tot 57000. Overigens springt Nederland er in dit opzicht in Europees verband niet uit, in alle ons omringende landen is eenzelfde tendens te zien.
JONGEREN EN OPVOEDING
Dat jongeren vrijer zijn dan enkele decennia geleden is bekend, maar wat mogen ze eigenlijk precies wel en niet? Volgens het CBS rapport Jeugd 2003 mag bijna de helft van alle jongeren zelf het tijdstip bepalen wanneer ze thuis mogen komen. Bijna de helft van de 12 tot 18 jarigen mag ook zonder ouders of andere volwassenen op vakantie. Van degenen onder hen die een vaste vriend of vriendin hebben mag 67 procent deze op de eigen slaapkamer laten slapen. Boven de 18 jaar stijgt dit percentage tot 83.
De vrijheid die pubers van hun ouders krijgen wordt flink gewaardeerd. In de overgrote meerderheid van de Nederlandse gezinnen is volgens hetzelfde rapport nooit sprake van hoogoplopende conflicten en blijft het bij gebakkelei over huiswerk, rotzooi of het tijdstip van thuiskomst. 8 van de 10 jongeren zeggen dan ook tevreden te zijn over de manier waarop ze worden opgevoed. 15 procent oordeelt dat ‘het wel gaat’ en slechts 2 procent is uitgesproken negatief. Bijna alle jongeren die net het huis uit zijn kijken met tevredenheid terug op hun opvoeding.