De organisatie Al Qaeda is opgericht halverwege de tachtiger jaren, toen islamitische strijders, of Mujahedeen, van over de hele wereld naar Afghanistan trokken om, onder leiding van Osama Bin Laden, hun moslimbroeders te helpen in de strijd tegen de bezetting van de Sovjet-Unie. In deze periode werd de organisatie gesteund door de CIA en kreeg geld uit Saudi-Arabië. Er wordt zelfs gezegd dat Osama Bin Laden in deze periode getraind is door de Amerikaanse inlichtingendienst.
Begin jaren negentig, toen de Sovjets zich hadden teruggetrokken uit Afghanistan, ging Osama Bin Laden op zoek naar nieuwe doelen. De aanwezigheid van Amerikaanse troepen in Saudi-Arabië, daar gestationeerd sinds de Golfoorlog van 1991, waren een doorn in het oog van de Al Qaeda-baas. Osama zelf werd uit zijn geboorteland Saudi-Arabië gezet toen bekend werd dat hij betrokken was bij activiteiten die het Amerikaans georiënteerde regime ondermijnden.
Osama Bin Laden zocht zijn heil in Sudan, en het hoofdkantoor van Al Qaeda verhuisde met hem mee. Een belangrijke taak van de organisatie was de ondersteuning van de mujahideen-veteranen uit Afghanistan, waarvan sommigen vertrokken waren naar Bosnië, om daar de moslimzaak te verdedigen. Maar in 1996 voerden zowel Amerika als Saudi-Arabië de druk op de Sudanese regering zo op, dat deze besloot Al-Qaeda te verbannen.
En dus verhuisde Osama Bin Laden met zijn mujahideen terug naar Afghanistan. Daar kreeg hij een warme ontvangst als medebevrijder van het land, en kreeg bij volledige steun van het Talibanbewind. Hierdoor kon Al-Qaeda zich pas echt ontwikkelen tot een organisatie, met trainingskampen voor moslimstrijders die ingezet zouden worden in conflicten in onder andere Algerije, de Fillipijnen, Egypte, Indonesië en Tsjetjenië. De achtergronden van deze strijders zijn zeer divers, en zo ook hun doelen. Onder de bescherming van de Taliban kon de organisatie zich verder uitbouwen, en grotere activiteiten opzetten. Maar de strijders die onder Osama Bin Laden vallen, zijn slechts verbonden door een fundamentalistische vorm van de islam. In de periode kreeg de organisatie Al Qaeda een duidelijk gezicht.
Dit Al Qaeda staat inmiddels synoniem voor terrorisme, georganiseerd door moslimfundamentalisten. Maar het is maar zeer de vraag of alle aanslagen die toegeschreven worden aan deze organisatie, wel door een strak geregisseerd en internationaal verspreid netwerk gepland worden. Adam Dolnik, die onderzoek doet naar terrorisme voor het Institute of Defense and Strategic Studies in Singapore, zegt dat Al Qaeda eerder moet worden gezien als een wereldwijde ideologie, waar kleine regionale organisaties zich bij aansluiten, en die zorgt voor een toename van nieuwe organisaties die zich kunnen vinden in het gedachtegoed. Peter Berger schrijft in de Washington Post dat de organisatie Al Qaeda waarschijnlijk maar 200 tot 300 leden heeft. Het zouden weliswaar deze leden zijn die achter de aanslagen van 11 september 2001 zaten, toch kan een dergelijk aantal nauwelijks worden gezien als een internationaal verspreid terrorismenetwerk.
Een aantal aanslagen die worden toegeschreven aan Al Qaeda, moeten waarschijnllijk dan ook worden toegedicht aan kleinere, lokale groeperingen, die zich weliswaar hebben laten inspireren door de activiteiten en de leer van Osama’s organisatie, maar er geen direct onderdeel van uitmaken. De aanslagen op de synagoge in Turkije bijvoorbeeld, wordt veelal toegeschreven aan de organisatie van Osama Bin Laden, terwijl die waarschijnlijk door een lokale Turkse groepering gepleegd is, die weinig contact heeft met Al Qaeda.
Maar de angst rond al Qaeda is zo groot, dat er weinig voor nodig is om de organisatie weer iets toe te schrijven en zo het wereldwijde terreurnetwerk groter te maken. Zo was vorig jaar een e-mail aan een krant voldoende om Al Qaeda voor even verantwoordelijk te laten zijn voor de grote stroomstoring in het oosten van de Verenigde Staten.