De Amerikanen hebben geen gefundeerd plan waardoor hun aanwezigheid in Irak steeds meer gezien wordt als een non-strategie en een uitermate hachelijke onderneming.
Zo is nog onduidelijk aan wie de macht precies wordt overgedragen. Paul Bremer, speciaal regeringsvertegenwoordiger in Irak, zei hierover in een interview met Time’s Vivienne Walt: “De plaatsen zijn nog niet ingevuld. De vorm en de structuur van de voorlopige regering van 30 juni is nog niet bepaald.”
Maar hoe kan je vermijden dat deze interimregering, die immers zonder verkiezingen tot stand komt, niet alsnog gezien wordt als een door de Amerikanen geselecteerd gezelschap? Het vertrouwen onder de Iraakse bevolking in de leden van de voorlopige fracties is nu al miniem. Sinds het officiële einde van de oorlog, nu bijna een jaar geleden, zijn er door aanslagen meer doden gevallen dan tijdens de blitzkrieg zelf. De onzekere toekomst van Irak wordt door de voortdurende berichten van bloedige aanslagen steeds weer bevestigd. Ondertussen is de Iraakse democratie in de maak. Maar legt de interimregering wel de gezonde basis van waaruit eind 2005 verkiezingen op democratische wijze kunnen worden georganiseerd? Wat is de invloed van de constante aanslagen, mede gepleegd door buitenlandse terroristen? En kan de VN nog een rol spelen?
INTERIMGRONDWET
Maandag 8 maart hebben de 25 leden van het Iraakse regeringsraad een interimgrondwet voor Irak ondertekend, wat op dit moment de eerste tastbare stap is op weg naar een terugtrekking van de Amerikanen. Het ondertekenen van de grondwet ging gepaard met een uitgebreide ceremonie met zingende kinderen en gebed. Toch waren de uitkomsten niet naar tevredenheid van de fracties die nog steeds in diepe verdeeldheid zijn over hun toekomst. Onenigheid over rechten van minderheden zorgden voor spanningen onder de leden van de regeringsraad. Groot Ayatollah Ali Al-Sistani, een geestelijk leider van de sjiieten, vreest dat de permanente grondwet die uiteindelijk vanuit deze voorlopige grondwet zal ontstaan, de eenheid van het land in gevaar zal brengen en geen recht zal doen aan verschillende bevolkingsgroepen binnen de Iraakse bevolking.
Eerder opperde Al-Sistani al dat alleen directe verkiezingen een evenredige vertegenwoordiging kunnen garanderen van de Iraakse bevolking, die per slot van rekening voor 65% uit sjiieten bestaat. Dit was echter in dit korte tijdsbestek onhaalbaar.
GRONDWET IS UNIEK IN DE REGIO
Ondertussen bevat de voorlopige grondwet bepalingen over rechten en plichten voor de Iraakse burgers die ongekend liberaal zijn in de regio en een bijzondere omwenteling betekenen voor de Arabische wereld. Het document bevat een aantal rechten, zoals een absoluut verbod op foltering en het recht op staken en volledige gelijkwaardigheid van mannen en vrouwen, religies en etniciteiten. Men kwam overeen te streven naar een nationale regering waarin 25 percent door vrouwen vertegenwoordigd wordt. Het document geeft elke Iraki het recht te stemmen binnen vrij georganiseerde verkiezingen met geheime stembiljetten. Om de opkomst van een nieuwe dictator te vermijden heeft men geopteerd voor een federale regering waarin verschillende gouverneurs substantiële autoriteit toegewezen krijgen.
WEINIG STEUN VOOR IRAAKSE POLITICI
Maar na 35 jaar overheersing van de Ba’ath partij, zijn de drie grootste groepen – koerden, soennieten en sjiieten – bang dat ze tekort gedaan worden in de nieuwe politieke orde. De leden van de raad die recent uit ballingschap zijn teruggekeerd, proberen elk een achterban van kiezers voor zich te winnen en zijn bijgevolg terughoudend de banden met de populaire geestelijke leiders te breken. De Iraakse politici en partijen die op dit moment deel uitmaken van de voorlopige regeringsraad zijn namelijk erg impopulair onder de Iraakse bevolking. Dit wijst uit een opiniepeiling onder 2700 Irakezen in opdracht van de BBC, de Amerikaanse tv-zender ABC en andere nieuwsorganisaties. Het is maar zeer de vraag in hoeverre de grondwet slechts een papieren document blijft zonder steun van de Iraakse bevolking zelf voor de politieke fracties. Bovendien wordt het democratisch proces onder druk gezet door de aanhoudende dreigingen van aanslagen.
AANSLAGEN
De aanwezigheid van buitenlandse terroristische groeperingen uit Jordanië en andere buurlanden maakt de situatie nog complexer. De bloedigste aanslag sinds het einde van de oorlog in maart werd uiteindelijk op rekening gezet van de schimmige aan al-Qaida gerelateerde terroristische groep Ansar al-Islam en zijn leider, Al-Zarqawi. Operaties onder leiding van Al-Zarqawi vinden geen steun onder de Iraki’s en hebben vervolgens als voornaamste doel een sektarisch conflict tussen sjiieten en soennieten te ontlokken. Zoals Luitenant kolonel Steve Russell van het eerste infanterie bataljon opmerkt in een interview in Times: “Als er elke dag bommen vallen is ‘democratie’ slechts een woord.”
Uiteindelijk krijgen de Amerikanen die veiligheid en democratie moeten garanderen, de rekening voor het aanhoudend geweld.
HOUDING VAN DE AMERIKAANSE TROEPEN
De banden tussen de Amerikaanse troepen en de Iraakse bevolking zijn nodig aan verbetering toe. De Amerikanen hebben inmiddels wel de wijze les van de Britten geleerd dat een grote militaire aanwezigheid in de straten eerder een irritante dan een geruststellende invloed heeft op de bevolking. Vandaar dat het Pentagon besloten heeft om eenheden te sturen met een minder agressieve aanpak waarbij het winnen van sympathie en goodwill onder de bevolking voorop staat. De gepensioneerde generaal Antony Zinni becommentarieerde de wijziging in aanpak met de volgende woorden: “Het voordeel is dat het de aanslagen op de VS troepen zal verminderen. Het nadeel is dat je alles op de schouders van de Iraakse veiligheidstroepen legt, die overduidelijk niet voorbereid zijn voor deze taak. Je zal zien dat ze hier een gigantische prijs voor zullen betalen.”
VERENIGDE NATIES
Het Witte Huis heeft al haar hoop op de VN gevestigd. De regering Bush richt haar peilen op de bewezen diplomatieke expertise van de VN man Lakhdar Brahimi, die vorige maand met de Ayatullah Sistani uiteindelijk een compromis bewerkstelligd heeft over de verkiezingen. Washington rekent erop dat hij een staatsgreep kan voorkomen door het opzetten van de politieke structuren voor het Irak na 30 juni. De doorgewinterde diplomaat heeft met een indrukwekkende kilte gereageerd op het Amerikaanse verzoek. De enige hulp die de Amerikanen kunnen bieden, zo luidt Brahimi’s plan, is het stoppen oplossingen aan te dragen. In plaats daarvan stelt Brahimi voor de Irakezen hun verschillen te laten uitvechten totdat ze snakken naar een compromis.
De Amerikaanse troepen lijken te zijn gevangen in een bloederig kafkaiaans labyrint waar men vriend en vijand moeilijk kan onderscheiden en een schimmenstrijd elke grond voor democratische onderhandelingen onmogelijk maakt. Een turbulente tijd met veel gewelddadige aanslagen en het gebrekkige vertrouwen in de voorlopige regeringsraad stelt menigeen telkens weer voor de vraag hoe Irak verder moet na 30 juni.