Silvio Berlusconi begint met de opbouw van zijn zakenimperium zodra hij zijn studie rechten heeft afgerond. Na een korte carrière als entertainer op cruiseschepen start hij een bouwbedrijf met een lening van de bank waar zijn vader werkte. Deze lening gebruikt Berlusconi om naar Amerikaans model een voorstad te bouwen waar bemiddelde Milanezen de drukte en de vervuiling van de binnenstad kunnen ontvluchten. De appartementen in dit "Milano 2" verkopen als warme broodjes, zeker als de aanvliegroute naar het Milanese vliegveld om onopgehelderde reden omgelegd wordt om de bewoners wat rust te gunnen.
Niet alleen de plotselinge verandering van aanvliegroutes hoort tot de mysteries rond de start van Berlusconi’s bedrijven, ook rond de financiering hangt een verdachte waas. Zo werden er vanuit Zwitserland anoniem grote bedragen overgemaakt naar de bedrijven die Milano 2 opzetten. De Italiaanse Fiod heeft uitgebreid onderzoek gedaan naar de zaak, maar heeft nooit kunnen bewijzen dat Berlusconi achter de Zwitserse rekeningen zat.
Met de ontwikkeling van de Milano 2 (en later Milano 3) startte ook Berlusconi’s mediabedrijf. In Milano 2 zette hij zijn eerste televisiezender op, Telemilano. Het was toen nog verboden een landelijk dekkende commerciële zender op te zetten, maar tegen 1980 bezat Berlusconi talloze lokale tv-zenders, die hij eenzelfde programmering liet uitzenden onder een uniforme naam, Canale 5.
De 22 bedrijven die Berlusconi inmiddels in het leven had geroepen om zijn bouw en televisieprojecten in onder te brengen, werden bijeengehouden door de Fininvest-holding. Maar hoe deze holding aan de enorme investeringen kwam die het bedrijf zo snel hebben doen groeien, is slechts ten dele duidelijk. Zo gaven banken leningen die groter waren dan de kredietwaardigheid van Fininvest lijkt te rechtvaardigen. Waar de rest vandaan komt is helemaal niet bekend. Onderzoek van de Italiaanse Justitie bracht wel aan het licht dat grote bedragen van Zwitserse rekeningen afkomstig waren, maar er was niet te traceren wie er achter de rekeningen zat.
Toen Berlusconi in de eerste helft van de tachtiger jaren zijn commerciële tv-concurrenten Italia 1 en Retequattro opkocht was de concurrentie op televisiegebied verslagen, op de publieke zenders RAI na. Geholpen door een liberale mediawetgeving begint Fininvest dan in rap tempo te investeren in andere media. In 1985 wordt Mondadori aangeschaft, een uitgeversconcern dat naast boeken onder andere het tijdschrift Panorama en de Italiaanse Cosmopolitan verspreidt. Ook wordt de krant Il Giornale ingelijfd. Om de mediatak compleet te maken, wordt het filmbedrijf Medusa en de videotheekketen Blockbuster toegevoegd. Eind 2001 volgt dan nog een belang in het print en radioconcern Il Sole 24 Ore.
Met eindeloze kapitaalinjecties en de enorme winsten die de commerciële tv-tak Mediaset genereerde kon Berlusconi Fininvest groter maken dan alleen een mediabedrijf. Zo worden twee supermarktketens aangekocht en wordt financiële dienstverlening toegevoegd in de vorm van het bedrijf Mediolanum.
Er was nog slechts één aspect waarin Berlusconi’s imperium onderdeed voor zijn grootste concurrent Fiat. Het concern van automobiel-tycoon Agnelli is eigenaar van Juventus en dat was een statussymbool wat Berlusconi nog ontbrak. De aankoop van AC Milan is in dat licht dan ook geen verrassing.
Zakelijk heeft Berlusconi Italië in zijn greep. Een Italiaan kan met gemak zijn hele leven laten beheersen door bedrijven die vallen onder Fininvest. Wonen in een van Berlusconi’s buitenwijken van Milaan, zijn financiële zaakjes door Mediolanum laten regelen, boodschappen doen bij een van Berlusconi’s winkelketens en in het weekend de wedstrijden volgen van AC Milaan of een film kijken van zijn productiemaatschappij. En voor de broodnodige informatievoorziening tenslotte, is een blik op de Italiaanse televisie genoeg. Nu hij als minister-president invloed op de staatsomroep RAI heeft, is 90 procent van de Italiaanse televisie verantwoording schuldig aan de zakenman-premier.