Duitslands oudste badplaats ligt aan de Oostzee, vijftien kilometer ten noordwesten van de Havenstad Rostock, in de deelstaat Mecklenburg-Voorpommeren. Volgens oud-directeur van het kuuroord Cunno Serowy had de ontwerper van het plaatsje, dokter Vogel, vooral een “humanistische missie” toen hij in 1793 Heiligendamm stichtte. Hij bouwde er een sanatorium waar, weliswaar gegoede, burgers konden verblijven. Maar geldschieter Hertog Friedrich Franz I van Mecklenburg maakte er vrij snel een elite-oord van. Hij liet zich inspireren door badplaatsen als Brighton in Engeland en Deauville in Frankrijk. Het mondaine strandleven waar de elite zich elders in Europa in toenemende mate aan overgaf, moest toch ook voor de Duitse hoge adel bereikbaar zijn? De plek aan de ongerepte kust van de Oostzee werd het eerste Duitse “Seeheilbad” waar de adellijken zorgeloos konden kuren, de heilzame zoute zeelucht opsnuiven en jagen in de grote beukenbossen achter het plaatsje.
Rond 1850 stond langs de zee een reeks spierwitte classicistische villa’s, en was het eveneens witte Kurhaus een geliefd ontmoetingspunt geworden voor de beau monde uit Mecklenburg. Tot de Tweede Wereldoorlog zou Heiligendamm worden bevolkt door de heersende elite van dat moment. Toen de nazi’s aan de macht kwamen kocht ook Adolf Hitler er een huis, dat hij later schonk aan Hermann Goring. Het huis staat er nog steeds – en wordt momenteel net als de andere villa’s omgetoverd tot gastenverblijf.
Na de oorlog verdween de elite en werd het kuuroord toegankelijk voor de burgers van de DDR. In de jaren vijftig werd de oorspronkelijke missie van dokter Vogel weer opgepakt, en werd Heiligendamm weer een sanatorium. Maar de hoge onderhoudskosten van de gebouwen werden in de jaren daarna steeds moeilijker op te brengen en met het verval van de DDR, verpauperden ook de witte villa ’s van Heiligendamm. Na de val van de muur stonden de lokale autoriteiten dan ook voor de keuze: moest de badplaats aan haar lot worden overgelaten zodat de glorie van weleer samen met de resten van de DDR in de geschiedenisboeken zou verdwijnen, of moest het worden verkocht aan de “Wessies” die het kapitaal bezaten om het dorp weer in oude staat te kunnen herstellen?
Het werd het laatste. Mede gestimuleerd door de royale subsidies van de regering Kohl die er alles aan deed om investeerders naar het bankroete Oosten te lokken, kocht de Keulse projectontwikkelaar Fundus alle gebouwen inclusief een flinke lap grond eromheen. De nieuwe eigenaren investeerden sinds 1997 ruim 500 miljoen mark om de witte stad nieuw leven in te blazen. Het doel is alles weer te maken "zoals het was". Alleen het prijskaartje voor een verblijf zal enigszins worden opgeschroefd. Naar verluidt zal de goedkoopste kamer rond de 250 euro per nacht gaan kosten. De schaarse bouwgrond die wordt vrijgegeven zal worden verkocht voor zo’n 10.000 euro per vierkante meter.
Met het geld van de projectontwikkelaar is Heiligendamm van de ondergang gered, maar de keerzijde is dat het oord vrijwel ontoegankelijk zal worden voor de meeste inwoners van Duitsland. Helemaal afsluiten van het dorp is niet mogelijk, omdat stranden in Europa in principe toegankelijk moeten zijn voor iedereen. Maar er zullen wel allerlei maatregelen worden genomen om dagjesmensen buiten de deur te houden. Zo zullen publieke parkeerplaatsen in het nieuwe Heiligendamm nauwelijks te vinden zijn.
Daarmee is de badplaats weer wat het door de eeuwen heen bijna altijd is geweest: een paradijs op aarde voor de happy few. Of zoals de plaatselijke bewoners zeggen: Duitslands eerste elite-getto.