Op 12 september en 23 oktober vinden er protesten plaats tegen het overheidsbeleid dat de huidige wooncrisis veroorzaakt heeft. Dit is waarom je moet komen.
Daan Kuys - 3 september 2021
‘De huidige wooncrisis kan je zien als een ijsberg,’ zegt woonprotestorganisator Sander van der Kraan als ik hem spreek aan de telefoon. ‘Het topje dat zichtbaar boven water drijft, dat zijn de dakloze mensen. Dat aantal is verdubbeld in de afgelopen 10 jaar. Het is de zichtbare, schrijnende top van een enorme ijsberg.’
Daaronder zitten de jonge starters die maar geen huis kunnen vinden om in te wonen. Die wonen bijvoorbeeld nog bij hun ouders. Hun leven staat eigenlijk op pauze. Daar weer onder zit iedereen die de helft of in elk geval een veel te groot deel van zijn inkomen elke maand inlevert als huur. Geld dat je niet kan gebruiken om te investeren in jezelf.’
De wooncrisis gaat dus veel meer mensen aan dan je misschien denkt, wil Sander maar zeggen. Precies de reden waarom hij denkt dat de tijd rijp is voor een protest. ‘De situatie is zo bizar, maar er ontbrak nog een collectief geluid. Je hebt de bonden en de experts. En de oude witte mannen die in alle talkshows dan zitten. Maar er was nog geen speerpunt vanuit de samenleving dat verandering eist. Toen dachten we: dan doen wij het maar.’
Op de redactie bij VPRO Tegenlicht hebben we ons de afgelopen jaren vaak afgevraagd waar dat protest bleef. Stadsgeograaf Cody Hochstenbach legde ons vorig jaar uit hoe decennialang overheidsbeleid de huidige situatie bewust heeft gecreëerd. Ook woonexpert Jeske Jongerius, destijds werkzaam bij de Woonbond, somde op welke kabinetsmaatregelen zoveel vaak jonge levens op achterstand hebben gezet. Een regelrechte schande want wonen, zo benadrukken beiden, is een primaire levensbehoefte van burgers. Niet voor niets een grondrecht én een mensenrecht. Het is alsof je voedsel schaars maakt om vervolgens de prijs daarvan te verhogen.
Het probleem mag inmiddels bekend zijn, sommige oplossingen die politici en bewindspersonen voorstaan zijn ronduit dubieus. Vorig jaar pleitten Kamerleden Koerhuis (VVD) en Van Eijs (D66) ervoor om permanent wonen op vakantieparken legaal te maken. Het zou een hoop rust bieden aan de slordige 55.000 mensen die op dit moment in een vakantiehuis of stacaravan nog illegaal verblijven, zoals de 32-jarige Noud Manders die na een periode van dakloosheid zijn Amsterdamse woning gedwongen moest inruilen voor een caravan in Brabant.
Staatssecretaris Paul Blokhuis kondigde vorig jaar aan dat het kabinet tienduizend woningen wil bouwen voor daklozen. ‘Maar dat gaat maar om hele tijdelijke, sobere woningen,’ zei stadsgeograaf Cody Hochstenbach daarover. ‘Aan de ene kant bouwen we wat tijdelijke woningen, maar aan de andere kant is er jarenlang ingehakt op de betaalbare huurvoorraad. De structurele trend blijft hetzelfde, en daartegenover worden een paar kleine wijzigingen gezet.’ De daklozen weggestopt in parken ver buiten de stad, containers voor groepen zoals studenten en statushouders.
‘Ik kan me voorstellen dat de jongere generatie een rechtszaak aanspant tegen de overheid,’ liet cultuurhistoricus Michelle Provoost zich ontvallen toen we haar spraken. Ze vroeg zich hardop af waar de opstand bleef. ‘Op dit moment zie ik niks van een opstand bij de jongere generatie. Ik begrijp eigenlijk niet waarom er niet veel meer amok is. Waarom jongeren accepteren dat ze dakloos zijn, of dat ze de helft van hun inkomen aan hun woning moeten uitgeven.’
De kans op amok, die is er inmiddels. Mits grote aantallen burgers komen opdagen op 12 september in Amsterdam en op 17 oktober in Rotterdam. Sander en de andere organisatoren, allemaal tussen de 18 en de 35 jaar oud, hebben er vertrouwen in. ‘Mensen zijn het zat. Dat sentiment voel je door de hele samenleving. Het wordt tijd om te laten weten dat het zo niet langer kan.’