Inmiddels is iedereen het het er wel over eens: Nederland is in een wooncrisis beland. Betaalbaar wonen in de stad is voor steeds minder mensen toegankelijk. Zo is er een flink tekort aan sociale huurwoningen, is het aantal daklozen in de laatste tien jaar verdubbeld, en vallen starters en middeninkomens tussen wal en schip. Ze verdienen te veel voor een sociale huurwoning en huren in de vrije sector is onbetaalbaar geworden. Een koophuis kost nu gemiddeld zo’n drie ton.
Vooral jonge stadsbewoners zijn de dupe van het beleid: door hun torenhoge studieschuld en flexibele arbeidscontracten kunnen ze geen hypotheek op een koophuis krijgen. Door de alsmaar stijgende huur- en koopprijzen worden veel jonge mensen, die juist bijdragen aan een bruisende stad, gedwongen de stad te verlaten of bij hun ouders te blijven wonen.
Hoe kan het anders?
Een groep vrienden uit Amsterdam discussieerde, tijdens een avondje doorzakken, over deze vraag. Zij wilden de stad helemaal niet uit, maar in de huidige woningmarkt leek hun lot al bepaald. Hoe konden ze toch in hun lievelingsstad blijven wonen? En dat op een duurzame en sociale manier? Die avond werd het zaadje geplant voor de ‘Torteltuin’: een project van dertig jonge Amsterdammers die een eigen wooncoöperatie willen opzetten. Zonder winstoogmerk en compleet zelfvoorzienend. Alleen: hoe doe je dit, een eigen wooncoöperatie beginnen? En hoe kan zo'n initiatief bijdragen aan een oplossing voor de wooncrisis?