‘De ondergang der mensheid is al vaak voorspeld, maar gelukkig zijn we er nog altijd. Nog wel, want der ervaring leert dat doemprofeten vroeger of later altijd gelijk krijgen. Dus in naam van de mensheid zullen we de dystopieën serieus moeten nemen. Je weet tenslotte maar nooit.
Hoe kon een digitale charlatan als Mark Zuckerberg ons zó inpalmen en overrompelen? In zijn nieuwe onmisbare boek ‘Wij Nihilisten’ gaat filosoof Hans Schnitzler op zoek naar een antwoord op die vraag, schrijft Tegenlicht-maker Roland Duong, die Schnitzler sprak voor zijn podcast.
de democratie blaast haar laatste adem uit
Een van die zwartgallige toekomstscenario’s is hoe onze verslaving aan frictieloosheid en gemak de bijl zet aan de wortel van onze democratische samenleving. Hoe? Door ons te wentelen in onze comfortzone en weigeren onze bubbel te verlaten, bannen we de frictie uit ons leven en komen we niet langer in contact met 'schurende' perspectieven en ervaringen. We verliezen langzaam maar zeker onze vermogens tot empathie en wezenlijke dialoog. Het gevolg: toenemende eenzaamheid, permanent lange tenen, polarisatie en cancelcultuur. De eigen identiteit wordt zo heilig verklaard dat elke samenzijn een risico wordt. Onaangename gevoelens die opspelen als het eigen wereldbeeld wordt weersproken, zullen worden vermeden. Mensen trekken zich terug in een persoonlijke digitale echokamer die enkel eigen ideeën en voorkeuren weerspiegelt.
Onze levens zullen worden beheerst door monopolistische bedrijven die je hypnotiseren met een uitgekiende mix van misinformatie, halve waarheden, sensatie, sentiment en porno die perfect aansluiten bij de eigen opvattingen en voorkeuren. Ruggengraatloze politici zullen besturen volgens de algoritmes van hun focusgroeponderzoek en hebben niet de moed impopulaire maar essentiële knopen door te hakken. De lethargie wordt versterkt door cyberacties van vijandige regimes die, met uitgekiende kennis van sociale media, narcistische dorpsgekken tot politieke influencers zullen bombarderen. Het engagement met het 'ik' wordt totaal, omdat burgers zich verder zullen ingraven in hun echokamer. Betrokkenheid met de ander: nul. Het is het einde van de gedeelde samenleving. Nederland en de EU desintegreren, de democratie blaast haar laatste adem uit.
'Onze verslaving aan frictieloosheid zet een bijl in de democratie'
Schnitzler dwingt ons in de spiegel te kijken
Het is precies deze doemprofetie die ik voor ogen kreeg na het lezen van het boek,'Wij nihilisten' van filosoof Hans Schnitzler. Zo zwartgallig ais mijn beschreven toekomstbeeld is het boek zeker niet. Integendeel, Schnitzler komt met remedies tegen onze verslaving aan frictieloosheid. Als we ons teweerstellen tegen die frictieloosheid, kunnen we een dergelijke dystopie afwenden. De verdienste van 'Wij nihilisten' is dat het ons dwingt in de spiegel te kijken. Hoe hebben we ons laten inpalmen door de hysterische claims van Silicon Valley dat technische vooruitgang ons zal verlossen van al onze problemen? Hoe hebben wij ons kunnen laten overrompelen door een digitale charlatan als Zuckerberg?
Schnitzler antwoord is verrassend: de supernerds hebben de wereld veroverd omdat zij op perfecte wijze onze innerlijke nerd weten aan te spreken. De archetypische nerd kenmerkt zich door zijn onvermogen in de sociale omgang. Hij kan niet omgaan met de weerbarstigheid van de mens en vlucht zo in de wereld van programmertaal waarin hij een perfecte wereld weet te scheppen. Zo bouwt hij een wereld waarin we zonder 'frictie' van A naar B komen. Dankzij frictieloze internetaankopen organiseren we via mastercard, internetbankieren via ideal en adyen, via Booking.com en Airbnb, via Uber, Google en Tripadvisor onze vlekkeloze tripjes waarbij elke inbreuk op het comfort kan rekenen op een negatieve beoordeling op trustpilot. Via de 'slimme' algoritmes' van de sociale media zijn onze tijdlijnen enkel een reflectie van standpunten die we toch al onderschrijven.
Gewillig onderwerpen wij, de niet-nerds, ons aan het nerdy wereldbeeld. Schnitzler haalt in dit verband de treffende gelijkenis aan tussen de huidige consument en de 'laatste mens' van Nietzsche: 'Het beeld dat Nietzsche hier oproept is dat van een mens die nog wel ervaringen wil opdoen mits ze maar geen pijn veroorzaken of risico's met zich meebrengen en zolang ze maar bijdragen aan de vermeerdering van zijn persoonlijk levensgeluk.
Dit menstype consumeert en amuseert zich een slag in de rondte zonder nog ergens in te geloven; het belichaamt een decadent en uitgeblust levensgevoel en staat voor een dreiging die Nietzsche onafwendbaar achtte: de komst van het nihilisme.' En laten we daar nu zijn aangeland: een maatschappij die nauwelijks nog ergens in gelooft, die zich wentelt in consumeerdrift zonder echte betrokkenheid. Engagement gaat niet verder dan 140 woorden, een emoji of een onderbroek van eco-bamboe waar we niet eens de deur voor uit gaan. Onze levenslust verpietert in risicovrij geklik. Ons engagement is ingewisseld voor verafgoding van technologie aan wiens altaar wij onze dagen slijten: het flakkerende beeldscherm.
'Hoe hebben we ons laten inpalmen door het idee dat technische vooruitgang ons zal verlossen van al onze problemen?'
herwaardering van de vitale mens
Hoe bestrijden we de hegemonie van het digitale denken dat ons leven reduceert tot een getal gebaseerd op je browsegeschiedenis, je hoeveel likes en de bestedingruimte van je creditcard? Met wederom een knipoog naar Nietzsche pleit Schnitzer voor de herwaardering van mens als vitaal wezen. Zo schrijft hij: 'De kille doelrationaliteit van het dataïsme bevragen en uitdagen vraagt om een gepaste dosis levenslustige gretigheid.'
En hoe moet deze 'levenslust' vorm krijgen? Schnitzler schrijft hierover: 'Radicaal tegen je eigen overtuigingen of intuïties in denken (middels gedachte-experimenten) of participeren in onbekende leef- en werkwerelden (middels sociale stages) zijn voorbeelden van risicovolle levensexperimenten die waardenonderzoek en geëngageerde zelfbezinning kunnen bevorderen.' Na alle terechte systeemkritiek op het 'playbook' van Silicon Valley, na het onschatbare werk van onderzoeksjournalisten en klokkenluiders, is Schnitzlers boek een onmisbaar vervolg in de strijd hoe wij de gevaarlijke macht van Big Tech aan banden moeten leggen. Want als ons digitale dijkje breekt, zal het zorgvuldig buitengehouden onbehagen in de samenleving ons allemaal overspoelen.’