Stel je voor: je kledingkast beslaat slechts vijf verschillende huidskleurige pakken die je middels een digitale laag aankleedt naar je gevoel van die dag. Dit is wat digitale modeontwerper Amber Jae Slooten voor ogen heeft.

De wereld verandert waar we bij staan. Kochten wij (of onze ouders) vroeger nog liedjes per stuk op vinyl, tegenwoordig hebben we alle muziek van de wereld bijna gratis tot onze beschikking. Spraken wij (of onze ouders) vroeger van te voren nog af op een bepaalde plek om elkaar te ontmoeten, nu volstaat het om pas te appen als we er al zijn: ‘Sta bij die grote boom.’

Maar kleding, dat zal altijd materialistisch blijven, toch? Kleding draag je immers fysiek, op je huid. Hoe zou zo’n industrie nu digitaal kunnen worden? 

Enter Amber Jae Slooten, digitaal modeontwerper en oprichter van digitaal modehuis The Fabricant. Haar collecties zijn uitsluitend digitaal te dragen. Bij haar ontwerpproces raakt ze geen enkel fysiek stuk stof of kledingstuk aan. In haar atelier is geen enkel kledingrek met samples te bespeuren, slechts computers. Ontkomt dan ook de mode in de 21e eeuw niet aan de opmars van technologie?

De eerst stappen zijn in elk geval al gezet. In 2018 verkocht het Scandinavische merk Carlings binnen een maand een eigen collectie digitale mode uit.

En The Fabricant werd in 2019 wereldnieuws nadat zij een jurk van 9500 dollar verkochten aan de vrouw van een Silicon Valley-tycoon. De jurk werd op maat gemaakt op een foto van de eigenares, waarna ze deze foto op social media zette.

Een van de voordelen van digitaal kleding ontwerpen is dat je precies kan voorspellen hoe een stof digitaal gaat vallen. Slooten: ‘Je kunt meteen de vorm zien, de valling, de kleur, de stoffen. Alles kun je kiezen en invullen. Iets wat normaliter in de realiteit gebeurt, kan je ook digitaal creëren.’

De wereld klaarstomen

Uiteindelijk ziet Slooten een wereld voor zich waarin we onze huidige kleding gedag zeggen, en ons voortaan hullen in huidskleurige pakken, waarop we digitale kleding projecteren. Maar daarvoor moet de wereld eerst langzaam stapje voor stapje worden klaargestoomd, zegt Slooten.

Op dit moment werkt ze aan een platform waarbij je een avatar van jezelf kan aankleden met de door haar ontworpen kleding. Het gezicht van de avatar wordt op basis van een selfie gegenereerd. Hoe je lichaam eruit ziet, bepaal je zelf, net zoals in het spel The Sims.  

‘Zo kan je laten zien wie je bent en daarmee ook experimenteren. In de fysieke wereld kan je bijvoorbeeld niet heel makkelijk je gender veranderen. In de digitale wereld kan dat wel. Voor ons is dat echt een enorme vrijheid, want je kan experimenteren met wie je zou willen zijn of met waar je behoefte aan hebt. Misschien wil je je haar kort knippen, maar je hebt geen idee hoe dat zou staan.’

In de fysieke wereld kan je niet heel makkelijk je gender veranderen. In de digitale wereld kan dat wel.

Jezelf digitaal uitdrukken

Met het platform willen Slooten en haar team het mogelijk maken om je identiteit digitaal uit te drukken: ‘Al die digitale platformen zoals Instagram en Linkedin zijn nu nog best wel 2D. Maar als het aan ons ligt hebben we straks een digitale versie van onszelf die binnen al die werelden een representatie van onszelf biedt.’ 

Ook de Schotse Alison Murray, vers afgestudeerd aan het Amsterdam Fashion Institute, speelt als digitaal ontwerper, of digital tailor, zoals ze zichzelf noemt, met digitale identiteit. Ze wordt gedreven door het vervagen van de realiteit binnen de digitale wereld: ‘Ik wil dat het op het randje is. Dat je je afvraagt of je digitaal naar iets realistisch aan het kijken bent, of iets wat alleen digitaal bestaat. Ik werk vanuit de vraag wat ik digitaal kan toevoegen, wat in de fysieke wereld niet kan.’

Het werk van Murray en Slooten roept de vraag op of we nog wel zoveel kleding nodig hebben. Murray: ‘De coronacrisis heeft wel laten zien dat we helemaal niet zo veel kleding nodig hebben. We evolueren onszelf digitaal meer dan ooit. Tijdens een lockdown druk ik me online veel kleurrijker uit, dan dat ik daadwerkelijk thuis achter mijn computer zit.’

Willen we dat?

Zitten we daar wel op te wachten, dat ons echte leven samensmelt met onze digitale wereld? Spelers van het spel Fortnite bewijzen van wel. Maandelijks geven zij bij elkaar 200 miljoen dollar uit aan digitale iteams, zoals outfits en gadgets. Aan niet tastbare spullen. Slooten: ‘Die de spelers dus kopen om zichzelf binnen zo’n game uit te drukken. Jongeren zien de digitale wereld en de echte wereld niet meer als iets verschillends.’ 

Murray wijst bovendien op een toekomst waarin het schoonheidsideaal veel breder en makkelijker kan worden opgerekt. Een paarse huid? Oranje ogen? Het kan allemaal. En als alles mogelijk is, dan wordt authenticiteit belangrijker.

Of misschien verdwijnen schoonheidsidealen wel helemaal, zegt Murray. ‘In de digitale wereld zijn we niet zoals in de traditionele modewereld gebonden aan de heersende schoonheidsidealen. Ik hoop heel erg dat het woord ‘schoonheid’ in de toekomst niet meer bestaat, omdat het woord ook veel te maken heeft met het oordeel of iets schoon is of niet.’

Ik hoop heel erg dat het woord ‘schoonheid’ in de toekomst niet meer bestaat, omdat het woord ook veel te maken heeft met het oordeel of iets schoon is of niet.’ 

Maar dat betekent niet dat het gesprek over schoonheidsidealen daarmee van tafel is. Slooten: ‘De digitale wereld is vaak een kopie van de echte wereld. Dus ook dan moeten we het gesprek blijven voeren over representatie, maar dan binnen de digitale wereld.’ 

Dat gesprek voert het modehuis van Slooten regelmatig met grote merken. Bij hen gaat het er nog niet altijd in dat een kledingmaat in de digitale wereld niet relevant is. ‘We voeren veel gesprekken met merken. De maat van de modellen is altijd een terugkerend punt van discussie. We proberen deze bedrijven ervan bewust te maken dat maten overrated zijn in de digitale wereld. Maar de mode-industrie zoals die nu is, is daar gewoon nog niet klaar voor. Zij blijven vasthouden aan de maten voor hun sample sizes. In een wereld waar je niet met fysieke kleding werkt, is dat niet nodig. Digitaal kan kleding fluïde zijn en past de kleding zich aan jouw lichaam aan.’

En er zijn meer voordelen. Het modesysteem zoals we dat (nu nog) kennen, waarbij een handjevol mensen front row aan de catwalk zit, is exclusief en ontoegankelijk voor een groot deel van de maatschappij. Digitaal daarentegen kan iedereen iets maken en dat veel makkelijker aan de man brengen. En het spreek misschien voor zich, maar toch: de huidige  textielindustrie is goed voor zo’n tien procent van de wereldwijde CO2-uitstoot, en een grote vervuiler van onder andere ons water.

De huidige fysieke modewereld is de op-een-na vervuilendste industrie ter wereld. Met digitale mode kan er een verduurzamingsslag geslagen worden. Samples zijn niet meer nodig.

De huidige fysieke modewereld is de op-een-na vervuilendste industrie ter wereld. Met digitale mode kan er een verduurzamingsslag geslagen worden. Samples zijn niet meer nodig. En kleding hoeft niet meer de halve wereld over te worden verscheept. Campagnes in the middle of nowhere kunnen gemaakt worden zonder in een vliegtuig te stappen en zonder modellen met een specifieke maat. 

Murray voorspelt dat het met de digitale fashion twee kanten op kan gaan: het wordt een schaars goed waar je voor spaart en eens in de zoveel tijd een item van aanschaft. Of het wordt de nieuwe fast fashion. En zelfs digitaal is het dan niet duurzaam. 

Volgens The Fabricant heeft een digitaal kledingstuk een tiende van de voetprint van een fysiek kledingstuk. Het vele wassen van een kledingstuk is daarbij niet meegenomen.

Maar ook data renderen kost een hoop energie, waarmee er met de digitale kledingstukken zomaar een nieuwe wereld van fast fashion gecreëerd kan worden. Het beperken van filesize en rendertijd, zoals Murray in haar werk doet, zou dit kunnen voorkomen. Maar dan nog moeten de bestanden altijd ergens op een server gehost worden.

Wat is Snapchat Dysmorphia?

Toch is online fashion ook niet zaligmakend. Dat blijkt wel bij het zien van digitale modellen als Shudu en Lil’ Miquela. Lange benen, kleine maten. Ze wijken weinig af van de modellen die we nu tijdens de modeweken op de catwalks zien.

Ondanks dat de digitale mogelijkheden eindeloos zijn, zorgt dat er vooralsnog niet voor dat de drang om op elkaar te lijken uit blijft. Op platforms zoals Instagram worden standaarden gezet door de verschillende filters met dezelfde make-up of face shaping. Standaarden die niet afwijken van de schoonheidsidealen in de fysieke wereld.

Daarbij schuilt in het idee dat online alles kan, tegelijkertijd ook meteen het gevaar dat mensen zich gaan vereenzelvigen met hun digitale identiteit en daarmee de realiteit uit het oog verliezen. Wordt de druk om er in de echte wereld net zo perfect uit te zien zo niet alleen maar groter? Nu al komen klanten van cosmetisch chirurgen regelmatig aanzetten met een gefilterde selfie als ideaalbeeld, ook fenomeen dat ook wel Snapchat Dysmorphia genoemd wordt.

Genoeg vraagstukken waar we ons de komende jaren nog over kunnen buigen dus, want vooralsnog loopt het met de opschaling van digitale kleding nog niet zo hard. Eerst maar even deze ethische hordes nog nemen.

De Scandinavische multibrandretailer Carlings lanceerde vorig jaar een digitale collectie en benadrukte dat de kledingstukken in de collectie geen ecologische voetafdruk achterlaten. De broeken en jassen uit de eerste collectie kosten maximaal 30 euro en worden na aankoop op een foto van de klant ‘gepast’. Het concept blijkt succesvol, gezien de lancering van een tweede collectie is aangekondigd op de website. Digitale mode kan voldoen aan onze behoefte aan nieuwheid en zelfexpressie, zonder het milieu daarbij te belasten: een virtuele jurk hoeft slechts op een foto van een persoon te worden geplaatst voordat deze op sociale media-kanalen wordt gepost en onderdeel wordt van ons leven.