‘Druk’ was misschien wel het meest gehoorde antwoord wanneer je iemand vroeg hoe het ging. Vóór corona werd het bijna van je verwacht om altijd maar in beweging te zijn. Een lunchafspraak hier, een feestje daar en tussendoor nog snel die verjaardag meepakken. Want stel je voor dat je als enige niet kan meepraten over al die social events.
De coronacrisis zorgt voor grote gaten in onze normaal zo drukke agenda’s. Is die onthaasting een vloek of een zegen voor onze mentale gezondheid?
fear of missing out
Dat sociale druk van buitenaf een grote rol speelt, moge duidelijk zijn. Maar de druk vanuit onszelf om overal bij te willen zijn is net zo groot, al dan niet groter. Fear Of Missing Out, of FOMO heet dat: een psychologisch fenomeen waarbij je bang bent om leuke, interessante of waardevolle dingen te missen. Of dat nou gaat om het bijwonen van een festival, of het zien van de nieuwste Netflix-hit, we willen niet het gevoel hebben iets te missen. Dat veel mensen daar tegenwoordig last van hebben, blijkt wel uit de cijfers. Bijna zeventig procent van de mensen tussen de 18 en 34 jaar oud heeft last van FOMO.
‘bijna zeventig procent van de mensen tussen de 18 en 34 heeft last van FOMO’
‘de verplichting om een druk en vervuld leven te hebben is nu weg’
‘Niets willen missen komt voort uit het idee dat in deze tijd alles maakbaar is’, vertelt psycholoog Thijs Launspach, gespecialiseerd in millenials en auteur van het boek Fokking druk . ‘Er wordt gedacht dat, als je je tijd en energie goed indeelt, je je leven kunt optimaliseren en gelukkig zult zijn. Dat je soms te moe bent om overal bij te zijn, of te ziek, of gewoon geen zin hebt, besef je dan niet. De sociale en interne druk om steeds maar bezig te zijn is hoog, je krijgt het idee dat je overal aanwezig móét zijn.’
Maar FOMO gaat verder dan het niet willen missen van bepaalde evenementen. Het geldt ook voor grotere levenskeuzes, de studie- en beroepskeuze bijvoorbeeld. Want wanneer je het één kiest, word je uitgesloten van de andere optie. En wanneer je FOMO ervaart rondom zulke grote keuzes, kan dat enorm verlammend werken.
Er is niet slechts één oorzaak van FOMO, maar volgens Launspach speelt, niet geheel onverwachts, sociale media een versterkende rol. ‘Door sociale media zijn wij ons ontzettend bewust van alle mogelijkheden om ons heen, maar hierdoor zijn we ons tegelijkertijd óók heel bewust van alles wat we kunnen missen’, legt hij uit.
geen FOMO, maar JOMO
Het psychologische fenomeen heeft door de toename in het gebruik van sociale media de laatste jaren aan terrein gewonnen. Maar nu de pandemie de agenda’s noodgedwongen schoon heeft geveegd, lijkt er zich de afgelopen weken een soort tegenbeweging te voltrekken. De sociale en interne druk om zoveel mogelijk te willen doen, is ineens een stuk minder geworden. FOMO heeft plaatsgemaakt voor JOMO: Joy Of Missing Out.
‘We worden niet meer geprikkeld door allerlei mogelijkheden, omdat die er simpelweg niet meer zijn. We hoeven ons geen zorgen meer te maken dat we iets missen, want er is niks om te missen. De verplichting die wijzelf en de samenleving ons hebben opgelegd om een druk en vervuld leven te hebben, is nu weg. Je hoeft niet meer zelf de keuze te maken om ergens wel of niet heen te gaan, de verscherpte kabinetsmaatregelen hebben voor jou besloten dat je nergens meer heen kan. Dit is voor veel mensen enorm geruststellend.’
hoe gezond is die rust?
Toegeven dat je behoefte hebt aan veel meer rustige avondjes op de bank, was pre-corona misschien nog moeilijk. Maar sinds het virus ons sociale leven bijna compleet heeft stilgelegd, hoor je steeds meer voorzichtige geluiden dat niks moeten ‘toch wel fijn is’. ‘Toegeven dat je niet kunt voldoen aan de sociale standaarden waar anderen wél aan kunnen voldoen, daar zit een element van falen in. Wanneer je dit uitspreekt kan je het gevoel krijgen buitengesloten te worden, maar nu wordt iedereen buitengesloten, dus is het erkennen van je gevoelens een stuk makkelijker.’
krab jezelf eens achter de oren
Dat FOMO wordt ingeruild voor JOMO, zegt volgens Launspach een hoop over ons dagelijks leven. En dat is niet bepaald positief. ‘Wanneer in een periode als deze, je eerste reactie is dat je vooral rust voelt, dan zegt dat veel over hoe druk je leven normaal gesproken is. Dat is helemaal niet gezond. Door de corona-crisis leren we dat het leven minder maakbaar is dan we denken en zouden willen.
Launspach besluit: 'We merken nu ook dat we gewend zijn geraakt aan een norm waarbij we behoorlijk wat stress in ons leven toelaten. Dit geeft maar weer aan hoe vol onze levens zijn geworden. Ik hoop dat dit iets doet met ons collectieve referentiekader, nu we weten dat dit soort crises ook mogelijk zijn. Dus als je nu opluchting ervaart omdat alles is uitgevallen, moet je je misschien eens achter de oren krabben over het tempo waarin je leeft.’
Maar of de inzichten die deze crisis ons verschaft voor blijvende verandering zal zorgen, weet Launspach zo net nog niet. 'Mensen passen zich bliksemsnel aan veranderende omstandigheden aan. Dus ik kan me voorstellen, als we weer up and running zijn, dat mensen snel teruggaan naar de oude situatie en uiteindelijk niks van deze periode leren.'