Hoe ziet geïnstitutionaliseerd racisme eruit? En hoe ga je er mee om als je ermee in aanraking komt? Activist en oud-militair Raki Ap doet zijn verhaal.

De moord op de Afro-Amerikaanse George Floyd door een witte politieagent in Minneapolis heeft tot grote woede geleid in de Verenigde Staten. Al weken is het land in de ban van grote protesten tegen politiegeweld en institutioneel racisme.

Ook in Nederland is de dood van Floyd aanleiding geweest tot grootschalige protesten tegen racisme. In onder andere Utrecht, Rotterdam, Eindhoven, Zwolle, Den Haag en Amsterdam kwamen er duizenden mensen op de been om hun stem te laten horen tegen racisme in Nederland. Hoewel er natuurlijk onenigheid blijft bestaan rondom het thema, lijkt ook in politiek Den Haag het probleem rondom racisme serieuzer genomen te worden. Zo sprak Mark Rutte in een reactie op de protesten voor het eerst over racisme als een “systemisch probleem” in Nederland.

Maar hoe ziet dit systemische of geïnstitutionaliseerd racisme er eigenlijk uit? En hoe ga je er mee om als je ermee in aanraking komt?

We spreken met Raki Ap, oud-militair, ambtenaar bij Binnenlandse Zaken, maar bovenal activist binnen de klimaat- en antiracismebeweging waar hij strijdt tegen klimaatracisme en zelfbeschikking voor zijn geboorteland West-Papoea. Wat zijn zijn persoonlijke ervaringen met institutioneel racisme in Nederland?

Groter dan we beseffen

Institutioneel racisme in Nederland is ‘veel groter dan de gemiddelde Nederlander beseft en ook veel breder dan politici durven te benoemen,’ zegt Ap.

Als voorbeeld noemt hij de recente misstanden bij de politie en de belastingdienst. ‘Neem de teamchef van Marokkaanse afkomst (Fatima Aboulouafa, red.). Zij wilde racisme in haar district aankaarten en moest dat met haar baan bekopen. Ook werden we keihard met onze neus op de feiten gedrukt door de toeslagenaffaire, waarbij het niet anders kon dan dat mensen met een andere (niet-Hollandse, red.) achternaam gewoon specifiek werden uitgefilterd.'

Institutioneel racisme in Nederland zit diep. Zo blijkt uit onderzoek van het ministerie van Sociale Zaken dat er verschillende uitzendbureaus zijn die mensen van kleur op verzoek van de opdrachtgever uitsluiten van banen. En ook in het onderwijs worden ‘verhalen over bijvoorbeeld mijn eigen afkomst, voormalig Nederlands Nieuw-Guinea, uit de geschiedenisboeken gelaten,’ zegt Ap, die als politiek vluchteling naar Nederland kwam vanwege de moord op zijn vader door het Indonesische leger.

‘Deze dingen kunnen niet plaatsvinden als de instituties hun wetgeving zouden handhaven, want discriminatie en racisme is in principe strafbaar. Er moet dus gewoon gehandhaafd worden.’

'Institutioneel racisme is veel groter dan de gemiddelde Nederlander beseft en breder dan politici durven te benoemen'

Twee keer zo hard werken

Door het racisme op de arbeidsmarkt moeten mensen met een niet-witte huidskleur ‘twee keer zo hard werken voor soortgelijke functies. Ze moeten zich veel harder bewijzen,’ zegt Ap.

Zelf kreeg hij hier ook mee te maken aan het begin van zijn loopbaan bij de luchtmacht, waar hij de enige zwarte sergeant in opleiding was. ‘Dat alleen al zorgde voor een enorme druk. Ik herkende niemand en ik viel op. Ik had het gevoel van: ‘oké ik moet extra mijn best doen. Want als ik de eerste donkere ben die niet slaagt, dan zal de rest het nog moeilijker krijgen. Ik kreeg ook nare reacties van vliegers. Bijvoorbeeld: “wat doet die jongen hier, ik kan hem nauwelijks verstaan”, dat soort opmerkingen weet je wel.

 

‘Dat was mijn eerste echte ervaring in een “witte wereld” als iemand van kleur. Ik weet dat het voor veel witte Nederlanders ongemakkelijk is om hierover te praten, maar dit is wel de realiteit die mensen van kleur ervaren. Dit is geen uitzondering.’

'Ik had het gevoel van: ‘oké ik moet extra mijn best doen'

Trots en ervaring tenietgedaan

“Gelukkig” waren dit maar enkele collega’s, zegt Ap. ‘Het gros voelde gewoon als broeders en zusters,’ en ook in zijn verdere carrière bij de strijdkrachten en de overheid zegt de oud-militair niet tegen racisme aan te zijn gelopen.

Hoe anders was dit tijdens een decemberavond op het Moerbeiplein te Den Haag, waar Ap als betrokken burger in zijn buurt werd gearresteerd door een agent omwille van zijn kleur. ‘Dat was echt een heftig moment moet ik zeggen. Juist vanwege mijn dienstverband bij de overheid waar ik mij altijd ingezet heb voor de samenleving. Ik geloofde in integriteit, en dat je wordt beloond als je participeert.’

‘Die tien jaar ervaring en trots, die had ik opgebouwd door te werken voor de Nederlandse overheid als een betrokken burger, werd tenietgedaan in twee minuten door een motoragent.’

Ap vervolgt: ‘Het was de kerstperiode, en op ons plein stonden allemaal kerstdecoraties voor de ramen. Ik ben beheerder van onze facebookpagina “Moerbeiplein”. Dus ik zie die mooie kerstversieringen, en loop samen met mijn neefje een rondje om foto’s te maken van de versieringen voor op de facebookpagina. Halverwege het plein zag ik een motoragent van rechts aankomen, en ik had al het gevoel “die gaat iets doen.”’

‘Ik maak een foto van de kerstversiering en de motoragent stopt. Ik maak nog een foto. Dan houdt de agent ons staande en zegt: “jongens, mag ik jullie wat vragen? Wat ben je aan het doen?” Dus ik probeer het hem uit te leggen: “goedendag agent. Ik ben Raki, ik ben de beheerder van…” en nog voordat ik mijn verhaal kon vertellen, onderbreekt hij mij: “mag ik je legitimatie zien?”’

Ap vertelt hoe hij meerdere malen zijn verhaal probeert te doen, maar telkens wordt onderbroken door de motoragent. Uiteindelijk roept hij zelfs om versterking. Ap: ‘het werd steeds heftiger. “Nu je legitimatie!” riep hij, waarop ik antwoordde: “ik heb mijn legitimatie niet bij me. Maar als je even meeloopt, ik woon hier aan de overkant, dan laat ik hem zien.” De agent stapte van zijn motor en wilde mij vastpakken, maar ik liep van hem weg. Ik rende de hoek om, maar hoorde dat mijn neefje werd opgepakt. Toen liep ik terug om me over te geven. We werden meegenomen naar het bureau.’

Hand boven het hoofd

Na een uur op het bureau te hebben doorgebracht, waar de klacht van Ap tegen de agent niet serieus wordt genomen, komen ze weer vrij. Ap besluit een klacht in te dienen tegen de motoragent op grond van etnisch profileren. Ook in deze klachtenprocedure komt het “institutionele” van institutioneel racisme naar voren.

Een klachtenprocedure bij de politie bestaat uit twee fases: de “informele fase”, waarbij er wordt gekeken of er “wellicht samen tot een oplossing” gekomen kan worden. En een “formele fase”, waar een onafhankelijke klachtencommissie onderzoek instelt naar de klacht.

In de informele fase ‘hielden alle leidinggevenden het handje boven het hoofd van de niet-integere diender,’ ondanks dat Ap kon bewijzen enkel foto’s aan het maken te zijn voor de facebookpagina.

‘Ze hoeven alleen maar hun fout toe te geven, maar dat doen ze niet. Ze beschermen een niet-integere diender zodat een burger een jaar lang moet procederen om zijn gelijk te halen. Dit is institutioneel omdat de leidinggevende achter de foute agent staat. Dat kan alleen maar als het instituut dit toelaat.’

Hoewel de ambtenaar bij Binenlandse Zaken in de formele fase uiteindelijk zijn gelijk behaalt, blijft hij kritisch over het systeem. ‘Ik kon die procedure doorlopen omdat ik de rugzak en de kennis heb. Maar heel veel mensen die hier mee te maken hebben, kunnen dat niet.’

‘Waar het systeem op hoopt, is dat die mensen halverwege de klachtenprocedure opgeven. Zo komen de klachten nooit bij de onafhankelijke commissie waar die mensen hun gelijk zouden kunnen halen. Terwijl het enorme misstanden zijn, waarmee de rotte appels uit het politiekorps gehaald kunnen worden. Zodat ze echt hun werk zouden kunnen doen om de samenleving te dienen. Dat is een enorme systeemfout.'

‘De rotte appels werden er niet uitgehaald. Dat is een enorme systeemfout’

Blijf verhalen vertellen

Ondanks berichten in de media die de legitimiteit van de demonstraties betwisten, geeft de huidige golf van protesten en solidariteit hoop volgens Ap. De stilte wordt verbroken, en de samenleving, wit en zwart, heeft het “samen in goed overleg” over het probleem, zegt hij.

 ‘Als je de demonstraties in het land ziet, dan zie je alle kleuren door elkaar. Door met elkaar in dialoog te gaan kunnen we nader tot elkaar komen en laten zien dat de pijn van racisme niet gisteren is ontstaan, maar 400 jaar geleden. Door de dialoog kunnen we laten zien hoe die systemen zijn ontstaan, en hoe ze nog steeds functioneren.’

‘We moeten dit aanmoedigen, we moeten verhalen vertellen en mensen onderwijzen. Dat is precies wat ik doe (als activist, red.). Ik hoop dat mensen dat ook doen, en elkaar meetrekken, want ik denk dat het een verrijking is voor ons als samenleving.’

‘Zoek elkaar op, verbind elkaar, vertel de verhalen, zorg dat die perspectieven in het systeem komen, binnen het onderwijs, in de media en politiek en zorg dat die veranderslag komt.’