‘Voordat de pandemie uitbrak werkte ik bij OpenEmbassy, een organisatie die nieuwkomers helpt hun weg te vinden. Ik was daar bezig met de nieuwe wet inburgering, waarbij gemeenten ervoor moeten zorgen dat nieuwkomers zo snel mogelijk de Nederlandse taal leren en aan het werk gaan.
Daarvoor ging ik bij taalscholen langs, en wat mij opviel was de enorme taalachterstand van kinderen die net in Nederland zijn. Het idee was toen al om een maatjesproject op te zetten om deze kinderen te ondersteunen. Met de uitbraak van corona werd dit project alleen maar dringender.
De taalachterstand bij deze kinderen werd door corona namelijk nog groter, omdat het onderwijs thuis moest plaatsvinden. Thuis, waar de ouders de Nederlandse taal nog niet machtig waren en de aandacht verdeeld moest worden over meerdere kinderen en andere zaken.