We kunnen het ons nu nauwelijks meer voorstellen, maar ooit was ook het internet – net als wij zelf - jong, pril en fris. Het was een opwindende, beetje obscure vrijplaats waar alles leek te kunnen en waar alles kon worden gezegd. Langzaamaan begonnen we te chatten en andere delen van de wereld te ontdekken. Verbinding met andere mensen stond centraal.
Dat was precies hoe ‘de vaders van het internet’ het voor ogen hadden. Internet-'oprichter' Tim Berners-Lee was van mening dat zijn wereldwijde web er voor iedereen moest zijn. Vint Cerf, ingelijfd door Google als ‘Chief Internet Evangelist’, dacht er niet heel anders over. We stonden aan de vooravond van meer banen, creativiteit en connectiviteit. Google, Facebook, Instagram en Twitter gingen langzaam in de haarvaten van ons menselijk bestaan zitten.
Maar met die razendsnelle nieuwe ontwikkelingen kwamen ook de keerzijden aan het licht. De grote techreuzen trokken steeds meer macht naar zich toe en Silicon Valley werd een syndicaat van gelijkgestemde techno-optimisten. Wat ooit begon als een idealistisch project is verworden tot een grootschalige dataroof - ook al beweren de Sergej Brins en Mark Zuckerbergs op Mountain View nog altijd de wereld te willen redden.