In 'Angels on Diamond Street' vertelt een straatarme zwarte man een mop:
Een hond loopt over straat en ziet een vacaturetekst voor FBI-agent. Met de poster in zijn bek rent hij naar het kantoor van de HR-manager, legt het papier op zijn bureau, en roept: 'Waf, waf!'. De HR-manager fronst zijn wenkbrauwen, en zegt: 'Voor deze functie moet je heel snel kunnen typen.'
De hond kruipt daarop achter een computer, tikt razendsnel een document met zijn neus, kijkt de HR-manager aan en roept weer: 'Waf, waf!'
'Voor deze functie moet je topfit zijn', probeert de HR-manager nu, waarop de hond pijlsnel door de kamer flitst, wederom eindigend met een enthousiast: 'Waf, waf!'
'Helaas, tweetaligheid is ook een vereiste,' sputtert de manager nog tegen. De hond kijkt de man meewarig aan, en zegt: 'Miauw.'
Humor en hoop: dat is wat een soepkeuken in het arme Noord-Philadelphia draaiende houdt. Als onderdeel van een kerk, die zijn wortels kent in de activistische Black Panther-beweging, werken de stafleden dag en nacht om er simpelweg te zijn voor de leden van de gemeenschap. En oja, de heldinnen huisvesten ook nog, met gevaar voor eigen leven, een uitgeprocedeerde Mexicaanse familie; de kerk is immers een gewijde plek, waar de immigratiedienst zich niet graag laat zien.