Voor mij is het een unicum. In tegenstelling tot mijn film -en tv-werk waarin ik nieuwe maatschappelijke trends probeer te ontdekken, dringt technologische innovatie pas erg laat door in mijn dagelijkse leven. Mobieltje? Jarenlang had ik er geen. Flatscreen-tv, waarom zou ik dat willen? Die nieuwe smartphone? Ik was de laatste die er eentje had. Zo ging ook de streaming-revolutie lange tijd aan mij voorbij. Ik ben een enorme muziekliefhebber, maar ik vond het geen probleem om mijn beperkte cd-collectie grijs te draaien.
Dat hield ik erg lang vol, totdat ik een paar jaar geleden overstapte op een streaming-dienst met een superieure geluidskwaliteit, Tidal. Helaas voor mij zijn de algoritmes van Tidal nogal gericht op hiphop. Nu kan ik hiphop best waarderen, maar voor een oude rocker als ik lijken de algoritmes van Spotify beter aan te sluiten. Ik ben dus al een jaartje betalend lid bij deze Zweedse dienst. Naar volle tevredenheid, kan ik zeggen.
Algoritmes voor een oude rocker
Het frictieloze onbehagen
Toch knaagt er iets. En dat onbestemde gevoel laat zich moeilijk beschrijven. Ik heb het dan niet over de 'dataroof'-kant van deze digitale dienst. Die ziet er namelijk helemaal niet goed uit. Er lijken ontelbare derde partijen te zijn met wie Spotify onze kostbare data deelt. Het zou me niets verbazen als Spotify met het verpatsen van deze data zoveel verdient dat ze de hele wereld gratis van muziek zou kunnen voorzien. Maar de dataroof laat ik voor nu even schieten.
Ik wil het hebben over het 'frictieloze onbehagen'. Ik durf zonder meer te zeggen dat de streaming-dienst een verrijking van mijn leven is. Spotify brengt mij in contact met nieuwe muziek waaruit ik veel voldoening haal. Hier maakt de digitale revolutie haar belofte waar: op elk moment van de dag de perfecte soundtrack om je handelingen te begeleiden. De frictieloze droom wordt waarheid. Maar waar schuurt het dan? Daarop kan ik mijn vinger niet helemaal leggen.
Laat ik dan mijn toevlucht maar zoeken bij Thomas Mann, de Duitse schrijver van onder meer de briljante roman de Toverberg. Een van de belangrijkste bijrollen in dit boek is weggelegd voor de blaaskakerige maar spitsvondige intellectueel Settembrini die over van alles en nog wat een 'theorie' heeft. Ook over muziek. En zijn theorie raakt direct aan mijn onbehagen over Spotify. Ik citeer: 'Ze (de muziek, RD) wekt ons op tot het meest verfijnde genieten van deze tijd... Maar als ze nu eens het tegenovergestelde doet?... Als ze verdooft, in slaap sust, de activiteit en de vooruitgang tegenwerkt? Ook daartoe is de muziek in staat; ze kan heel goed werken als een opiaat, een duivelse manier van werken... De muziek heeft iets bedenkelijks, mijne heren. Ik blijf erbij dat het een dubbelzinnig wezen is. Ik ga niet te ver als ik haar voor politiek verdacht verklaar.'
Dit zou in de huidige tijd ook een citaat van een Taliban-commandant kunnen zijn, realiseer ik mij, maar dat terzijde.