Nederland kent, met name in de grote steden, steeds meer ‘zwarte’ en ‘witte’ scholen en steekt in dit opzicht schril af bij de rest van Europa. De segregatie ontstaat omdat ‘witte’ ouders hun kinderen van school halen als er meer allochtone kinderen op komen. Of een school ‘te zwart’ vinden om hun kind er aan te melden. Beleid om daar iets aan te doen heeft keer op keer gefaald. Het beeld is dat allochtone kinderen het nivo van een 'witte' school omlaag halen en dat beeld is onwrikbaar.
Maar wat is nu eigenlijk de realiteit? Tegenlicht keek rond in een klas waar 27 zeer verschillende kinderen van elf nationaliteiten zich voorbereiden op de stap naar het voortgezet onderwijs. Welke rol spelen cultuurverschillen in de praktijk? Hoe gaan de kinderen met elkaar om? En leren ze wel voldoende?