Tegenlicht

Je werk of je leven

In Tegenlicht een verslag vanuit de spreekkamers van het jongerenloket. Hier wordt zichtbaar hoe de kansen om te slagen, in onze maatschappij anno 2006, er voor veel jongeren uitzien.

Het Jongerenloket Rotterdam ligt midden in het Rotterdamse Centrum van de stad. Buiten, tussen de rijbanen van de Westblaak in, oefenen jongeren op een skatebaan en dromen van beroemd worden. Binnen, in het Jongerenloket, hebben het Centrum voor Werk en Inkomen en de gemeente Rotterdam (o.a. de Sociale Dienst) hun krachten gebundeld om te doen wat mogelijk is voor werkzoekende Rotterdammers van 16 tot 23 jaar.

In Tegenlicht een verslag vanuit de spreekkamers van het jongerenloket. Hier wordt zichtbaar hoe de kansen om te slagen, in onze maatschappij anno 2006, er voor veel jongeren uitzien. Alle variaties passeren de revue: ze zijn te snel van school gegaan, nemen dan een schoonmaakbaantje of werk in een supermarkt, worden te duur en willen nu een uitkering. Of: ze hebben ingeklemd tussen twee ruziënde ouders geleefd en niet de mogelijkheid gehad om zich te ontwikkelen, maar wel een enorme motivatie om er iets van te gaan maken: help mij!

bijlagen

Alle eisen, vragen, verzoeken en smeekbedes worden beluisterd door werkadviseurs van het loket, die in een intakegesprek en daarna in de spreekkamer de geschiedenis ontrafelen, vertellen wat mogelijk is en vooral duidelijk maken wat er van de jongere zelf verwacht wordt. Een uitkering blijkt bijvoorbeeld wel ongeveer het laatste waar in een begingesprek kans op is; eerst zelf maar eens wat doen, daarna zien we verder. Scholing, werk, geld, dat is de volgorde.

Na een periode van drie weken om zelf te solliciteren, kan er een uitkering volgen, maar niet zonder tegenprestatie. De eerste drie maanden van de uitkeringsperiode moet er 32 uur per week worden gewerkt en bij de ROTEB, het reinigingsbedrijf van de gemeente Rotterdam. De werkadviseur is de levende schakel tussen de jongeren en het beleid dat we in dit land hebben afgesproken; ze moeten hard en streng zijn, maar kunnen soms ook de hand over het hart strijken.

Wie meekijkt met de gesprekken in de spreekkamer, wordt zelf heen en weer geslingerd van mededogen naar ergernis over gebrek aan initiatief, via schaamte voor de kansen die wij zelf hebben gehad naar de aanvechting om sommige jongeren geld te geven zodat ze weer even verder kunnen. Neutraal is het gevoel in elk geval zelden.

Buiten op de Westblaak, dromen de skaters verder, laaft het winkelende publiek zich aan de etalages en vegen opvallend jonge ROTEB-mensen de straten van het Centrum schoon.

Regie: Eugene Paashuis
Research: Hanneke Bouwsema
Eindredactie: Doke Romeijn, Frank Wiering, Roel van Broekhoven