Op basis van die foute informatie had Colin Powell de VN toegesproken en de weg vrijgemaakt voor een aanval op Irak. De documentaire 'Het schimmenspel na 11 september' legt de machtstrijd bloot tussen de CIA en vice-president Dick Cheney. Cheney wilde na 11 september koste wat kost bewijzen hebben om Irak aan te kunnen vallen. Een tijdlang hield George Tenet vol dat de CIA geen bewijs voor massavernietigingswapens kon vinden. Uiteindelijk bezweek hij onder de druk van Cheney en Rumsfeld en ging om. Tot grote woede van veel CIA-medewerkers.

In Het schimmenspel na 11 september is te zien hoe Dick Cheney te werk ging als hoofdarchitect van de 'War on Terror'. Samen met Donald Rumsfeld reorganiseerde hij de geheime diensten, en toen CIA-chef George Tenet in gesprekken met president Bush duidelijk maakte dat er geen verband was tussen de aanslagen van 11 september en Irak, startten Cheney en Rumsfeld een geheim programma om de CIA buiten spel te zetten. Zij verzamelden nieuwe feiten: van hoe Saddam Hoessein uranium probeerde te kopen in Niger, tot het feit dat de kapers van 11 september contact hadden gehad met een Irakese geheim agent. Deze omstreden verhalen werden rechtstreeks naar Cheney doorgestuurd en via zijn bureau alsnog als waarheid publiek gemaakt.

Tijdens de talloze bezoeken die Cheney aan de CIA bracht, werd de betrokken CIA- agenten één ding duidelijk gemaakt: Cheney wilde bewijs dat Irak gevaarlijk was, en Saddam Hoessein moest worden uitgeschakeld. CIA -directeur George Tenet weigerde aanvankelijk toe te geven aan de druk van Cheney en c.s. en stelde dat de CIA geen enkel bewijs had kunnen vinden voor de aanwezigheid van massavernietigingswapens. Maar ergens halverwege ging hij tot stomme verbazing van veel CIA-medewerkers om. Dat kwam hem duur te staan. Toen bleek dat de bewijzen rammelden werd Tenet zelf als eerste geofferd.

Regie: Michael Kirk en James Gilmore
Eindredactie: Roel van Broekhoven, Doke Romeijn, Frank Wiering