De Carlyle Group is niet zomaar een investeringsonderneming. Achter Carlyle gaan grote namen schuil, zoals George H.W. Bush, de ex-president van Amerika en de Engelse ex-premier John Major. De familie Bin Laden heeft aandelen gehad in dit investeringsfonds. De in 1987 opgerichte onderneming lijkt door zijn internationale netwerk van vooraanstaande investeerders en door nauwe connecties met het Witte Huis, het Pentagon en de CIA achter de schermen van de wereld een niet te onderschatten rol te spelen.
In Tegenlicht wordt aan de hand van interviews met betrokkenen een beeld geschetst van een bedrijf dat in een onzekere internationale omgeving economisch buitengewoon succesvol opereert.
Totaal zijn er meer dan 535 beleggers uit 55 landen bij de Carlyle Group aangesloten, onder hen beleidsmakers uit Europa en de VS, Aziatische (ex)presidenten en leden van de Saoedische koninklijke familie. De Carlyle Group zou officieel ruim 14 miljard dollar beheren en investeren.
Carlyle richt zich bij haar investeringen op door de overheid gereguleerde terreinen als defensie, telecom, lucht- en ruimtevaart, en gezondheidszorg. Betrokkenen leggen uit dat Carlyle vooral succesvol opereert waar industrie, overheid en het militair industriële complex samenkomen. Beleidsmakers van dit moment zouden via de Carlyle Group geld verdienen met het internationale beleid dat ze zelf op politiek en militair niveau uitzetten. En niet alleen in de VS, maar ook bij de militaire opbouw van Saoedi-Arabië, bij het Koreabeleid, en bij de wederopbouw van Irak zou door Carlyle veel geld verdiend worden.
De wederopbouw van Irak laat zien dat de verstrengeling van overheid en bedrijfsleven niet alleen is voorbestemd aan The Carlyle Group. De bedrijven die werkzaamheden verrichten in het Irak van na Saddam, blijken ook veelal goede connecties te hebben.
Regie: Shuchen Tan
Research: Gys M. Swantee
Productie: Mariska Schneider/Nicoline Tania
Eindredactie: Hans Keller, Doke Romeijn, Frank Wiering