Tegenlicht

Gesubsidieerde aarde, deel 2

In het tweede deel van dit tweeluik over landbouw in de EU de geschiedenis van het gezamenlijke Europese beleid voor de agrarische sector. Centraal daarin staat Sicco Mansholt, de belangrijkste man achter de gezamenlijke Europese aanpak.

14 januari 1965 is waarschijnlijk de duurste dag in het bestaan van de Europese Unie tot nu toe. Op die dag werd in Brussel een akkoord gesloten tussen de zes toenmalige lidstaten over de toekomst van het Europese landbouwbeleid. De basis was gelegd voor het ingewikkelde systeem van regels en subsidies waarmee de Europese boeren sindsdien te maken hebben.

In het tweede deel van dit tweeluik over landbouw in de EU de geschiedenis van het gezamenlijke Europese beleid voor de agrarische sector. Centraal daarin staat Sicco Mansholt, de belangrijkste man achter de gezamenlijke Europese aanpak.

Methode Mansholt

Als kampioen van de grote kavels neemt Sicco Mansholt na de oorlog de Nederlandse landbouw op de schop. Schaalvergroting en mechanisatie zorgen voor een ongekende produktieverhoging. Na zijn succesvol verlopen moderniseringsbeleid in Nederland wordt Mansholt in Brussel de architect van de landbouwpolitiek van het nieuwe Europa. Om de vrede duurzaam te maken moeten Frankrijk en Duitsland als hoofdrolspelers van de Zes een gezamenlijk belang hebben. Dat wordt, na tal van marathonzittingen waarin Mansholt een virtuoos politiek poker speelt, de Gemeenschappelijke Landbouwpolitiek. Garantieprijzen, opkopen van overschotten en bescherming van de buitengrenzen zijn de inzet waarmee Mansholt de zes landen tot samenwerking wil brengen.

De socialist Mansholt zet een beleid uit dat door de liberalen met vreugde wordt uitgebuit, ook op het moment dat het alleen maar schadelijk is geworden. En zo kan het dat de man die begon met de ruilverkaveling en de grootschaligheid, er uiteindelijk zelf voor zal pleiten landbouwgrond terug te geven aan de natuur. In 1995 zegt hij:
"Door de vaste graanprijs blijft er veertig miljoen ton graan per jaar over. Dat dumpen we met dure exportsubsidies, tegen ramsjprijzen op de wereldmarkt waardoor we de boeren in de derde wereld in wanhoop naar de sloppenwijken drijven. Tegelijk hebben we de vrije invoer van graanvervangend veevoer toegestaan, tapioca en de hele rommel. Ook veertig miljoen ton per jaar. Daardoor zitten wij nu met de intensieve veehouderij en het mestoverschot. Het is een onhoudbare toestand, een stroperige brei van belachelijke maatregelen".

Als Mansholt aan het einde van zijn carrière voor een krimpende wereldeconomie pleit, is hij een roepende in de woestijn geworden.

Regie: Eugene Paashuis
Research: Silvia Brens
Productie: Karin Spiegel/Madeleine Somer
Eindredactie: Hans Keller/Frank Wiering/Doke Romeijn