'Ik, Rosaria Schifani-Costa, weduwe van agent Vito Schifani richt me tot de mensen van de maffia en dat zijn zeker geen christenen. Weet dat ook voor jullie de mogelijkheid van vergeving bestaat. Ik vergeef jullie, maar jullie moeten op je knieën.'
Deze emotionele woorden sprak de toen 21-jarige weduwe Rosaria in een overvolle kathedraal tijdens de begrafenis van haar man, één van de lijfwachten van onderzoeksrechter Falcone, die in mei 1992 tijdens de grootste aanslag ooit door de Siciliaanse maffia om het leven kwam. Falcone was de elfde onderzoeksrechter die werd vermoord door de maffia, maar de impact was enorm.
Niet alleen was de aanslag een machtsvertoning van zeer veel geweld, maar de precisie en de timing bewezen ook dat de maffia invloed en connecties had in de overheidsapparaten. Italië trilde op z'n grondvesten. En het beeld van de jonge weduwe met haar sterke, krachtige stem galmend door de kathedraal staat tot op de dag van vandaag op het netvlies gegrift van alle Italianen.