Twee jaar na zijn verhalenbundel Over vaders en zonen (2005), neemt Hugo Borst nog eens de verhouding tussen vaders en zonen onder de loep. Borst begeeft zich niet op de geƫffende paden, maar ontgint een minder bekend terrein. Het zijn namelijk geen gewone verstandhoudingen waar het hem om gaat. Er wringt iets, er is iets loos. Vader en zoon zijn elkaar ontgroeid of uit het oog verloren. Ze hebben ruzie of leven op gespannen voet. Borst wroet, graaft en spit en haalt de onderste steen boven.