auteur: Maarten Slagboom
De lezer moest zich even in de ogen wrijven, maar het stond er echt. ‘Broek niet langer verboden voor Parisiennes,’ kopte de Franse krant Libération nog geen vier jaar geleden. Het bizarre nieuwsbericht volgde op het schrappen van een wet uit 1799 die bepaalde dat vrouwen in Frankrijk toestemming aan de politie dienden te vragen als ze een broek wilden dragen. Hoewel sinds lang geen agent het in zijn hoofd zal hebben gehaald een vrouw in een broek te arresteren, wees het bericht er wel op dat vrouwen van ver komen. Zo lang geleden is het ook weer niet dat het volstrekt onbehoorlijk was om je in mannenkleding te hullen.
De eerste feministische golf, die een ruime eeuw geleden onder meer betaalde arbeid en kiesrecht voor vrouwen mogelijk maakte, liet het onderwerp nog onaangeroerd. De introductie van de fiets zorgde er hooguit voor dat vrouwen een zogeheten kuisheidsvlinder aan hun lange jurk bevestigden, een metalen verzwaring die het opwaaien van de jurk onmogelijk maakte. Pas decennia later, vooral als gevolg van de Eerste Wereldoorlog waarin vrouwen noodgedwongen fabrieksarbeid overnamen van hun mannen, drong langzaam het besef door dat het dragen van een broek veel comfortabeler was en dus ook bijdroeg aan de bevrijding van de vrouw, gekneld als ze was in haar strak ingesnoerde korset.
Couturier Coco Chanel baseerde veel van haar ontwerpen op de garderobekast van de mannen met wie ze haar leven deelde. Ze droeg hun cardigans, hun sweaters en hun broeken, mat zich een kort kapsel aan en voilà, de garçonne-look was geboren. Toch zorgde de eerste keer dat een vrouw in een speelfilm een broek droeg nog voor een heuse schokgolf. Marlene Dietrich was het – uitgerekend Marlene Dietrich, met die benen waaraan maar geen eind leek te komen - die in de openingsscène van Morocco haar onderstel gehuld in een broek over een railing gooide. Ondenkbaar in een jurk, zo’n manoeuvre, maar heel wel mogelijk in een broek.
(tekst loopt door na video)