In zwaarmoedigheid, al dan niet gedrenkt in alcohol, schuilt schoonheid, voor wie het zien wil. Op Noisey las ik onlangs een stuk van een vrouw die schreef dat ze gestopt was met haar therapeut nadat die had gezegd dat ze nog nooit had gehoord van de Britse popgroep The Smiths. ’As far as I was concerned, it was a professional failing on her part. She was a psychologist who primarily dealt with troubled and snotty young people in a college town and she couldn’t even speak our language.’ En even verderop: ‘I knew that I was getting somewhere with my current therapist when he told me that I didn't have to listen to Joy Division anymore. I considered it the first major breakthrough that I'd ever experienced in therapy.’ De grote golf new wave-groepen, vooral een Britse aangelegenheid, heeft een hele generatie een soundtrack bezorgd. Een generatie van shoegazers, in het zwart gekleed, de haren met zeep zorgvuldig in alle richtingen gestoken, de stemming opgelegd terneergeslagen. Die hang naar identificatie met kunstenaars en hun humeur kent een lange traditie. Er is veel voor te zeggen om die te laten beginnen met de cultus rond Goethes romandebuut Het lijden van de jonge Werther. Zoals de sombere goths zich spiegelden aan misantropen als Morrissey en Ian Curtis, spiegelden jongeren zich in de jaren zeventig van de 18e eeuw aan de gekwelde Werther en zijn liefde voor de onbereikbare Lotte. Ze droegen geen zwarte oog-makeup en zwarte, strakke broeken met metalen gespen, maar een blauwe rokjas, een geel vest en een gele kniebroek. Een enkeling schafte twee pistolen aan zoals in het boek en schoot zich net als de romanfiguur door het hoofd. Het is een effect dat bij gelegenheden – zoals de vermeende besmettelijkheid van de zelfmoord van Kurt Cobain – wordt aangeduid als het Werther-effect. ‘Ze zijn geladen – de klok slaat twaalf. Zo zal het dan zijn! - Lotte! Lotte, vaarwel! Vaarwel!’
Goethe zelf was ook iemand met wie je kon dwepen. Zoals filosoof Rudiger Safranski het schreef: ‘Met Goethe begonnen de sterrencultus rond de auteur. De auteur overstraalde zijn werk, en het leven van de kunstenaar ging zelf door voor een soort kunstwerk. (…) Vrijheid moet geleefd worden. Zulke figuren als Werther hebben haar voorgeleefd, en de schrijver Goethe beschouwde men na zijn roman ook persoonlijk als een genie van de vrijheid. Hij deed, dacht men, wat hem beviel. Hij deed voor hoe je kon leven in een onafhankelijkheid die navolgenswaardig leek’. Wat Goethes Sturm und Drang zo bijzonder maakt is dat hij zijn verlangen naar zelfcontrole, naar ordening van zijn leven, koppelt aan lichamelijke vrijheid, zonder enige vorm van schaamte. In Venezianische Epigramme fantaseert hij over een religie die masturbatie heilig verklaart. Daar zou hij zich direct bij aansluiten. Nee, Goethe is geen moralist. Groots en meeslepend leven, daar gaat het om. Of: uit dat ene leven dat ons gegeven is halen wat erin zit. Ook al zo’n belegen advies uit een eigentijds zelfhulpboek. Maar eind 18e eeuw is het een bevrijding.
(tekst gaat door onder foto)