[auteur: Maarten Slagboom]
‘Het is een drummen van jewelste in de toiletten, lippen dienen te worden bijgestift, liters bier en ander vloeibaar vertier te worden geloosd, de hitsigen met ongeduld werken elkaar in de damestoiletten af, traditioneel stinken die minder. Kunnen jullie niet sneller klaarkomen, verdomme, er staat hier een rij die dringend wenst leeg te lopen! Bij de mannen heeft een geestigaard de afbeelding van Mohammed in de urinoirs getekend, de vreugde bij sommigen wanneer ze de profeet vol in het gezicht pissen, het motiveert om beter te mikken, de vloer zal morgenochtend minder dan gewoonlijk kleven.’
Een fragment uit Spoo Pee Doo, de laatste roman van Dimitri Verhulst. Voor het bedrijf WeTransfer, dat gratis verspreiding van het boek mogelijk maakte, was het begin oktober aanleiding om verdere promotie ervan onmiddellijk te staken. ‘Er zitten wat grovere, expliciete passages in – niet alleen deze – die niet aansluiten bij ons redactionele beleid. We bedienen zo’n 180 landen en trekken per maand 100 miljoen gebruikers en willen met iedereen rekening houden,’ liet een woordvoerder van WeTransfer weten op de dag van verschijning. Orthodoxe gelovigen konden er wel eens aanstoot aan nemen.
Toch kon het bedrijf, als het zich even verdiept had in het werk van Verhulst, moeilijk verrast zijn door een passage als deze. Dit is de schrijver van Bloedboek, een roman waarin hij de eerste vijf Bijbelboeken herschrijft als een aaneenrijging van bloederige scenes met een sadistische God als protagonist. Dit is de schrijver ook die zijn eigen scheppingsverhaal Godverdomse dagen op een godverdomse bol doopte. Afgezien van te verwachten blijken van afkeur (‘Bloedboek geeft blijk van grote geestelijke leegte’, kopte het Reformatorisch Dagblad) kwamen die romans hem niet op grootschalige protesten, rechtszaken of levensbedreigingen te bestaan. God mag geprezen, is de communis opinio, maar ook bekritiseerd en bespot.
Dat is wel eens anders geweest.