Er gebeurde iets buitengewoons op de Nederlandse televisie deze week.
Een ramp op bijna vierduizend kilometer van hier trof Nederlanders diep in hun hart en in hun ziel.
Je zou kunnen denken dat het door de omvang komt.
Toen ik maandagochtend wakker werd met het nieuws van de zware aardbeving in het grensgebied tussen Turkije en Syrië appte een van mijn beste collega’s in Turkije meteen dat zeker veertig- tot vijftigduizend mensen dit niet zouden overleven.
Een aardbeving verdeeld over tien provincies met dichtbevolkte steden, dat was een catastrofe van ongekende omvang.
Maar om dat soort aantallen ging het helemaal niet.
Het was juist de manier waarop de verhalen rond de ramp werden verteld.
Waarom brengen rampen meer op dan oorlogen?
Voelen wat de ramp betekent
Ik zag een week lang Turkse en Syrische Nederlanders aan het woord, die familieleden misten of al wisten dat ze niet meer levend gevonden zouden worden.
Niemand verwoordde die wanhoop zo goed als de schreeuw in het lied van zangeres Karsu Dönmez, die meerdere familieleden kwijtraakte bij de aardbeving.
Ze was de drijvende kracht achter de Giro555-avond en wist door haar uitgebreide netwerk in een mum van tijd Nederland in beweging te krijgen.
Maar ook de stemmen van anderen zoals Olcay Gülsen, Trouw-columniste Emine Ugur en collega Sinan Can, die onlangs nog een mooie reisserie maakte door het gebied, was essentieel.
Door hun verhalen voelden we wat de ramp betekende.
Sinan vertelde over een vader die zijn omgekomen zoon van zes jaar oud niet in de steek wil laten in het graf, 'omdat hij bang is in het donker'.
Om nooit te vergeten.
Hoofd versus hart
Die verhalen brachten de ramp heel dichtbij.
Veel dichter dan verslaggevers en correspondenten die naar dit soort rampen worden gestuurd, kunnen doen.
Ik reken mezelf ook daartoe.
We zijn toch een filter en filters creëeren afstand. Afstand die de nieuwsredacties van ons verlangen.
Die afstand maakt het makkelijker om politiek te kunnen analyseren, maar de pijn daaronder voel je minder.
Het hoofd versus het hart.
Tigray voelen we niet
Ik moest er aan denken toen ik vorige week vrijdagavond, vijf avonden na de aardbeving, op een bijeenkomst terechtkwam waar een nog veel grotere ramp werd besproken.
De zaal zat vol met Ethiopiërs uit Tigray.
Daar woedt sinds twee jaar een burgeroorlog, die volgens sommige sprekers die avond alle kenmerken heeft van genocide.
Deskundigen en tal van organisaties die onderzoek doen naar de oorlog schatten dat in die twee jaar een half miljoen mensen om het leven zijn gekomen.
Burgers en militairen.
'Hoe komt het dan dat niemand hier van weet,' was een vraag van een van de sprekers.
Misschien is dat nog niet het grootste probleem.
Tigray is zo’n onderwerp dat nu en dan terugkeert in de journaals en in de kranten.
Maar we voelen het niet.
Ik kan me niet herinneren dat deze oorlog ooit aan een talkshowtafel is besproken. Laat staan door Ethiopiërs in Nederland, met familieleden die ook kinderen hebben die bang zijn in het donker.
Rampen brengen meer op dan oorlogen
Een van de hulpverleners aan tafel tijdens de Giro555-actie merkte op dat natuurrampen meer geld opbrengen dan oorlogen.
Voor de slachtoffers van de oorlog in Syrië werd nog geen vijf miljoen euro opgehaald, voor de aardbeving bijna negentig miljoen euro.
De oorlog in Oekraïne is zeker een uitzondering op die wet.
Er werd vorig jaar 175 miljoen euro opgehaald voor de slachtoffers van de Russische invasie.
Maar de hulpverlener had een punt.
De reden waarom in 1984 Bob Geldof en Band Aid zo veel geld ophaalden voor de hulpactie is omdat de BBC en andere omroepen de voornaamste reden van de honger in Ethiopië legden bij de grote droogte die het gebied teisterde.
Een act of God, zeg maar.
Een natuurverschijnsel.
Honger als wapen
De werkelijke reden was de strijd tussen de dictator Mengistu en de rebellengroeperingen in Tigray en elders, waardoor burgers niet meer aan voedsel konden komen.
Honger als wapen.
Later bleek dat de internationale voedselhulp van Band Aid deels door soldaten werd opgegeten, waardoor de oorlog nog langer duurde.
Je gunt de in Nederland gevestigde diaspora uit Ethiopië hetzelfde intense gesprek dat deze week aan de talkshowtafels werd gevoerd.
Zonder die aandacht is het nooit gebeurd.
Lees-, kijk- en luistertips van de redactie
- Bram beschreef in NRC waarom Europa niet alleen hulp moet geven aan Turkije, maar ook moet helpen met de opvang van de slachtoffers aan beide kanten van de grens.
- Wil je meer weten over wat er gebeurt in Ethiopië? Lees dan ook zeker Famine Crimes (1997) van Alex de Waal. Dat gaat onder meer over de rol van hulporganisaties bij het verergeren van de hongercrisis in Ethiopie.
- Een andere ramp die zich nu voltrekt, vindt plaats in Nigeria. Alle ingrediënten zijn aanwezig: olie, geweld, economische en ecologische verwoesting. Lees dus "The Oil Thieves of Nigeria", een reportage van James Barnett.
- Tot slot, hulde voor de onderzoeksjournalisten van The Guardian, die deze week een serie onthullende artikelen en video's publiceerden over de bedrijven die geld verdienen met desinformatie. Duik er hier in.
Tot de volgende,
Bram Vermeulen