Ze noemen het de wet van de correspondent.
Net als er groot ronkend nieuws uitbreekt in de standplaats, is de correspondent niet in het land. Zul je net zien. Toen in het weekend van 11 juli de grootste rellen en plunderingen sinds het einde van de apartheid in Zuid-Afrika uitbraken was er geen enkele Nederlandse correspondent op zijn post.
Ik ook niet.
Dat is balen, maar ik zag ook een Cruyffiaans voordeel van dit nadeel. Toen ik een week later voet zette in het epicentrum van de onrust, Durban, kon ik checken of mijn analyses die ik vanuit Nederland had geschreven wel klopten.
Ik had het woord ‘anarchie’ gebruikt in een van mijn stukken voor NRC. Vanuit de huurauto waarmee ik van het vliegveld de stad in reed zag ik de resten van die wetteloosheid: de smeulende puinhopen van de Makro. Verderop was ook de Massmart in de as gelegd. Ik zag tal van zwart geblakerde gevels van leeggeroofde winkels.
Maar was het anarchie?