Lig ik in bed, me er deels van bewust dat ik in bed lig, deels verkeer ik nog in een werkelijkheid die alleen in mijn geest bestaat, gaat het alarm af dat ik op mijn mobiel heb ingesteld, toen ik ging slapen.

Ook al is er geen noodzaak toe, doe ik dat elke dag, dat weet je, jij hoort dat signaal ook. Ik wil bij de tijd blijven, voorkomen dat ik wegzink in apathie of lethargie, dat de wereld er niet meer toe doet, dat ik er niet meer toe doe, voorkomen dat ik jou vergeet, terwijl jij op mij aangewezen bent voor je natje en je droogje en een schoon huis. Dat alarm herinnert me eraan dat ik me doelen heb gesteld, doelen als goed voor mezelf zorgen, elke dag voor mezelf de moeite waard maken, uit elke dag het maximale voor mezelf halen: spelen, experimenteren, creatief bezig zijn, wandelen voor mijn conditie, minstens drie A- 4-tjes schrijven, werken aan het boek over mijn leven, van tijd tot tijd aan een schrijfwedstrijd meedoen, verbinding maken met de buitenwereld. Waar of niet waar? Jij volgt mij elke dag op de voet. Geen woord gelogen toch? Ik ben een aanpakker, een doener, een doorzetter, ik laat me niet kisten, de mond snoeren of het zwijgen opleggen, ik laat van me horen, al is het maar tegen jou. Maar daar moet ik elke ochtend wel iets voor doen, het komt niet aangewaaid, ik moet elke dag tegen mezelf zeggen: elke dag is een nieuw begin, vandaag is een dag van nieuwe kansen, nieuwe mogelijkheden, het is aan jou. Nou ja, niet aan jou, het is aan mij. Jij begint niet veel, jij bent een huisdiervogel. Maar dan lig ik in bed en hoor het alarm afgaan en mijn arm reikt vanonder het dekbed naar mijn mobiel op het bedtafeltje, op het stapeltje boeken naast de CPAP, die luchtbevochtiger vanwege die slaapapneu, dat snurken en die ademstilstanden tijdens mijn slaap, je weet wel. Afijn, op de tast vind ik hem, klap het hoesje open, dwing mijn ogen tot spleetjes, schakel het alarm uit en laat het ding weer op de boekenstapel vallen. Ik rol op mijn andere zij, neem de CPAP-slang mee, verschuif het neus-mond-masker en keer terug naar de werkelijkheid die alleen in mijn geest bestaat. Maar dat alarm heeft me tot de orde geroepen. Ik moet eruit, ik moet aan de verplichtingen gaan voldoen die ik mezelf heb opgelegd, al zou ik nog uren en uren willen slapen, want uitgerust ben ik nog lang niet. Ik voel mijn lijf, dat lijf dat me zoveel pijn en ongemakken bezorgt. Alle zeventien diagnoses die me zijn opgeplakt, komen mijn werkelijkheid binnendrijven en de rust en vrede in mijn geest verstoren en ik kom weer op dat punt dat het me vreemd te moede wordt.
Ik lig in bed, mijn grenenhouten eenpersoonsbed, slechts een armlengte gescheiden van mijn denimkleurige schoudertas waarin mijn laptop opgeborgen zit, ultralicht, blinkend, flitsend, van de laatste snufjes voorzien, tenminste toen ik hem zo’n twee jaar geleden kocht. Je weet wel, die muziekdoos waarvan jij altijd zo gaat kwetteren. Die platte doos waarachter ik aan tafel plaatsneem, terwijl jij door je kooi klautert of op je laddertje tegen je spiegeltje aan zit, waar je mij vaak zit op te nemen, zoals nu. Afijn, in bed lig ik slechts een armlengte gescheiden van mijn schoudertas die ik schrijftas noem vanwege mijn zenbook erin, speciaal voor mijn schrijfactiviteiten aangeschaft van de erfenis die mij ten deel viel. Die erfenis die me de kans van mijn leven bood, maar er stond wel een prijs op, het tragisch verlies van mijn ouders en de band met mijn familie op de koop toe, en ik was al zoveel verloren, zoveel waar ik niet om mocht treuren, ik moest doorzetten, iets van mijn leven maken. Als het leven je citroenen geeft, maak er dan limonade van, weet je wel. Op een armlengte van mijn bed ligt in die schrijftas in feite de hele wereld aan mijn zijde, want met één druk op de knop van mijn laptop tover ik die tevoorschijn, in beelden, klanken, teksten, en voeg ik er mijn eigen beelden, klanken, teksten aan toe. Zoals een monoloog van maximaal 750 woorden. Opsturen naar dekloof@vpro.nl.  Als de mijne wordt uitgekozen, komt deze in ‘Nooit meer slapen’. Op een armlengte verwijderd van human being naar human doing, maar klinkt voor altijd in de werkelijkheid van de geest verkeren jou ook zo aanlokkelijk in de oren?