Niets doen is echter de voorkeur van de lafaard, dus wend ik me naar links. Ze nipt elegant van haar gifgroene cocktail. Ze kijkt me ondeugend aan en glimlacht verleidelijk. Ik hef mijn met goudgele single malt gevuld glas op en we klinken. Van hoe ze er uitziet kan ik afleiden dat met haar op avontuur gaan een eenmalige gebeurtenis zal zijn. Alles aan haar is geraffineerd, zelfbewust, een lust voor het oog bedoeld om lust in lagere lichaamsdelen op te wekken, een garantie voor een opwindende nacht zonder consequenties. Haar ragfijne rode jurk, te dun voor deze tijd van het jaar, spant om haar lichaam en is zeker nu ze zit kort genoeg om de duizelingwekkende lengte van haar benen maximaal uit te laten komen. Het zwart van de elegante open schoenen benadrukt de vlammend rode nagellak en de perfectie van de netjes in lengte afnemende tenen. En dan heb ik het nog niet eens over de diep uitgesneden kraag die met opzet net genoeg open valt om volmaakt gevormde borsten te suggereren. Haar mokkakleurige huid glanst onder het gedimde licht dat boven de bar hangt. De volle lippen zijn een tint donkerder dan de nagels. In eerste instantie leiden de brede wenkbrauwen af van de ogen, naar het blijkt om, als de blik uiteindelijk bij die ogen terechtkomt, deze doordringender te laten zijn dan goed is voor degene die erin kijkt. Talloze rode en gouden elastiekjes houden haar natuurlijke afro in toom en vormen talloze ultrakorte rechtopstaande staartjes. Haar oren vormen een trefzeker gekalligrafeerd vraagteken. Ze is onweerstaanbaar. Intussen zorgt op de achtergrond een zwoele bossanova spelend bandje voor een sfeer die de bezoekers van lounges als deze op momenten als deze in de juiste stemming brengt en voorbereidt op wat komen gaat.
Wanneer ik me naar rechts wend en naar buiten kijk staar ik in de onpeilbare leegte. Ik ken die leegte, ik vertoef er vaak. Ze wordt treffend geïllustreerd door de aanhoudende regen die tegen het raam van de hotellobby klettert, niet voor niets een door menig filmregisseur geliefkoosd metaforisch beeld. Het onvervulde verlangen spat er van af terwijl het vervulbare verlangen dat hoogstwaarschijnlijk eveneens eindigt in desillusie naast me zit met haar oogverblindende glimlach en het elegante slokje van de gifgroene cocktail.
Ik bevind me midden tussen twee aan elkaar tegengestelde kwaden. Ook letterlijk. Beide keuzes leiden tot niets, maar bij de ene is de weg erheen warm en aangenaam en zeker oppervlakkig gezien veelbelovend. De andere is bitter koud, maar wel zo eerlijk. Die zegt zonder omwegen waar het op staat.
Deze zegt dat ze het hier fijn vindt. Ze heeft de stem van een Sirene. Ik ben niet vastgebonden aan de mast van een schip zoals Odysseus en antwoord dat het hier pas fijn is sinds zij naast me is komen zitten. Haar als een stralende zonsopgang verschijnende glimlach scheurt me doormidden, maar verbazingwekkend genoeg maakt hij de keuze voor een koude en eenzame doch vertrouwde wandeling door de nachtelijke natte straten alleen maar aantrekkelijker; wakkert het besef aan dat weerstaan het juiste pad is.
Misschien kan ik in het vervolg beter dergelijke verzoekingen uit de weg gaan. Zodat ze wegkwijnen. Dan gaat de lol er wel van af. Want te vaak plaats ik mezelf voor soortgelijke keuzes en te vaak kies ik voor het avontuur dat te vaak teleurstelt en meestal doet verlangen naar de troostrijke zekerheid van het isolement. Maar deze keer niet. Ik trotseer haar. Zonder haar aan te kijken drink ik mijn glas leeg, trek mijn jas aan en verlaat de hotellobby. Maar zijn dit wel de twee mogelijkheden waar het in wezen om gaat? Of houd ik mezelf een schijnkeuze voor? Verdomme, ik heb mijn jas niet dichtgeknoopt. Ik ben doorweekt tot op mijn overhemd. Doornat en verkleumd kom ik even later thuis. Zij staat voor de deur. Ik heb geen idee hoe ze mijn adres kent. Ze zegt niets. Ik zeg niets. Ze volgt me naar binnen. Eerst voel ik me verslagen, maar als ze haar jas uittrekt en in haar weinig verhullende jurkje voor me staat en om een lekker drankje vraagt, wordt het vuur in mij opgestookt. Terwijl ik een cocktail mix begint ze voluit te praten en ben ik definitief verloren. De afstand tussen wat hier nu aan me gepresenteerd wordt en wat goed voor me is kan ik niet meer overbruggen. De kloof is te groot.