Mathi maalt iets van Mahler op r mondorgeltje en neuriet :
"Wanneer je dood bent groeit er gras met je neus omhoog…..”
En dan :
"Ik noem mij ; dwaze oma".

Mathi staat aan 't Anjer plein. Bij de vlam. Bolhoed op.
Lacht met regen in r ogen.
"Ik heb het dekbed  stuk gevreten",  mineurt ze,
"en weer uitgespuwd",
"Bijna klaar begon het mij te dagen", hoest ze; "Dat ziet  niemand, dat weet niemand,
dus sta ik maar hier  ".
en maalt Mahler
"Ook namens Dirk".
"Werkt geen zak",vindt hij, “Helpt geen fluit”.
"Ga  bij de school staan!" 
"dan ziet die dwaas je misschien en het kleintje jou ook en iedereen daar, Ouders, oma's en opa's". de hele buurt op ‘n hoopje.
Dat ze Dirk  niet meer  de deur   uit krijgt;die denkt en drinkt maar wat. 
“Drink niet zo­veel, jij !”.
Omdat hij er geen raad mee weet, snap je . 
Kleprozen hebben dat de buurt rond gebazuind,.
De hele buurt weet het.  Kleppers staan niet stil en dat hij misschien wel gelijk heeft  om het  kleintje weg te houden. ..want Dirk zit toch maar wat te drinken. Terwijl hij juist drinkt omdat hij zijn kleinkind niet meer mag zien.
Dus sta ik hier met  foto’s; van het meisie en haar  mama--zaliger -dat is onze oudste .
Morgen is de jaardienst, snap­ je en dat wij meisie niet mogen zien.
Hij heeft de deur  dicht geknald. Liet r tijdens de koffietafel al bij ons weg halen.
Zonder  iets te zeggen.
Alsof wij het schuld zijn
" 't Is nog allemaal zo vers", vindt iedereen
" Het is ook vers voor ons", vinden wij en dat dat vreet.
"Allemaal te vers", papegaait ook de voogdij .
Straks kent zo’n meisje ons helemaal niet en is ze alleen maar in de war.. Zeker als opa ook nog drinkt. Kggg…omdat hij zijn meisje mist en nu ook nog het kleintje.

"ik sta hier, omdat hier veel volk voorbij komt, af en toe de burgemeester ook, als die  met ons praten wil of de  gemeenteraad.

Maalt nog ins Mahler op haar orgeltje en prevelt:
'Geen fluit meent Dirk,
Kggg  ik ga geen lege flessen tellen van heb ik jou daar..
Misschien helpt dit hier en als het ons niet helpt, helpt het  misschien  anderen. Die ook zo er voor komen  te zitten.  Die het ook haast op vreet
En haar mama. zou altijd willen dat wij wat deden 
Dat zie je an ‘r  ogen op het prentje.
Hoe ziek ze ook  was ,je ziet hoop in ‘r ogen.

"Blijf hopen jullie twee" zei ze tegen het einde.
"Ik trek jullie vanaf ‘n wolk aan je haar", zei-ze.
Ze had eerst lang gezwegen .
Pas een paar dagen van te voren kwam ze.
"je weet het nu en  dat is tijd genoeg.
Ik wil niemand met buikpijn zien lopen

Maalt de laatste keer Mahler
Daarom sta ik hier.

Gisteren was het erg warm.
die bolhoed toch maar even af gezet.
maal wat op mijnorgeltje …
gooien ze me geld in de hoed. Wat moet ik met dat geld?
Wij blijven hopen, niet?.
Dat de weduwnaar vrede wil vinden met ons.
Dat hij ophoudt met het kleintje weg te houden
En dat anderen  snappen dat ze helpen kunnen.

Want de straat zeurt  alleen maar en doet niets.
Klappert en klept met de kleprozen mee,
Niemand doet iets
Ghmf gooien je wat geld in je hoed!
Al praatte maar eens iemand met "hem".

Toen ik hier kwam staan zaten zeven zwanen in het water zeven witte zwanen in ’t water; in een rode klomp dreef een teddybeer met ,  van die, van die zachte haren

Zo’n beertje  heeft meissie ook.