[Zit in een geparkeerde auto op een transferium. Sneeuw valt op de auto.]

Asfalt en beton. Je kunt goed zien wat een weg met een landschap kan doen. Meer dan 3351 kilometer weg per 100 vierkante kilometer land. Vijfde op de wereldranglijst. Jij bent er vast trots op. Een snelweg is een asfaltlitteken in een versnipperd landschap. Het zou permanent schaamte bij ons op moeten roepen. Alleen bijna niemand die erbij stilstaat.

Ik ook niet.

Ik kan nu niet terug.

Op zo’n asfaltplak is mijn overgrootvader overreden volgens mijn moeder. Het stond in Het Parool in 1962. Misschien zit de angst ons daarom in de genen.

[journaalstem]
Een ambulance reed gistermiddag omstreeks kwart voor vijf

Het was september, dus het moet nog licht geweest zijn. Geen sneeuw, misschien regen, maar daarover staat er niks in.

[journaalstem]
op de voorrangsweg van Groningen naar Delfzijl de 75-jarige W. Dijkman aan die uit de richting Holwierde deze weg per fiets overstak.

Hij was al 75 en hij fietste nog. Wie dit bericht in die periode las, moet geweten hebben hoe de verkeerssituatie was. Kwam hij van links? Hij krijgt de schuld.

[journaalstem]
Hoewel de chauffeur van de ziekenauto, die een sirene en een knipperlicht aan had, krachtig remde,

Heeft hij de ambulance niet gezien? Niet gehoord? Zoveel verkeer was er in de jaren zestig toch nog niet?

[journaalstem]
werd de heer Dijkman tientallen meters meegesleurd.

Gruwelijk voor de nabestaanden, die zin.

[journaalstem]
Hij kwam om het leven. De chauffeur van de auto had geen letsel.

Waarom ik niet bang ben om te fietsen? Door de snelheid misschien. De eerste treinpassagiers werden angstig en misselijk door de snelheid, dus het zou een goede verklaring kunnen zijn. Volgens mij vertrouwden ze vooral de techniek nog niet.

Ik wil het uitleggen. Daarom zijn we hier en blijven we. Een dag. Een nacht. Zolang als nodig is. Totdat het ophoudt met sneeuwen. Dan gaan we terug. Voor jou een eitje, voor mij niet.

Rijangst noemen ze het, maar het is meer dan dat. Ik kan me er nauwelijks toe zetten om in te stappen. Daarna wordt het gemakkelijker: een stuur vast houden, een oprit afrijden, gasgeven. Dat is het probleem niet. De momenten voor het rijden, de gedachte aan de snelweg, omringd door weggebruikers, die god mag weten waar op letten. Als het om de snelheid zou gaan, zou dat toch moeten kunnen.

Wat er door me heen gaat?

Mijn lichaam is niet gebouwd om botsingen te doorstaan. Zelfs nu we hier stil staan, denk ik dat. Mijn vlees is te zacht, mijn maanbotje breekt al bij een slecht getimede pirouetteval tijdens het schaatsen. Hoe vraag ik je, moet ik dan mijn lijf heel houden als ik 130 over de A7 rijdt met tussen mij en anderen alleen een kooiconstructie en wankel vertrouwen? Een onbetrouwbare kreukelzone scheidt van me van breekbaarheid en dood.  Waarom zou de botsproef betrouwbaarder zijn dan de emissieproef op een rollerbank? In de auto is het nooit de techniek die ik niet vertrouw. Het zijn de mensen.

Het is net als fietsen. Maar dat is het niet.

Ik heb je meegenomen, zodat je naar me luistert. Echt luistert. Zodat je begrijpt waarom ik in het vervolg niet meer kan rijden, want tot nu toe begrijp niemand dat. Wie naar iemand luistert en die persoon begrijpt, synchroniseert zijn hersenen met de spreker. Begrip voor elkaar, zichtbaar op een ECG. Dus als je denkt dat wij op dezelfde golflengte zitten? Dan is dat ook letterlijk zo. Onze connectie is meetbaar mits je een brein hebt. Maar dat heb je niet.

Jij blijft hier staan en ik ga weg.

Met jou heeft dat niks te maken. Je bent betrouwbaar genoeg. Tot nu toe heb je me in elk geval niet in de steek gelaten. Ik verwacht ook niet dat je dat ooit doet. Kan nog wel vijf jaar mee, zeggen ze. Maar, echt leuk vond ik het nooit samen. Ontspannen lukt al niet meer als ik aan je denk, laat staan als ik bij je in de buurt kom. Voor we de A7 opreden, dacht ik nog dat het me zou lukken: een dag samen door te brengen om definitief aan je te wennen.

Het is net als fietsen.
Het is net als fietsen.
Ik herhaal het om het waar te laten zijn, alleen dat klopt niet. 

[zachte stem] Je begrijpt niet wat je effect op me is.

[Stapt uit. Loopt door de sneeuw naar een bushalte.]