(Start telefoongesprek)
Hé mam,
Ja, wij zijn al onderweg.
We kopen even wat spulletjes en dan zijn we over tien minuten bij je, goed?
Jij wacht daar?
Oké mam, tot zo.
(Dichtritsen van mijn jas en fietsen op straat. Geluiden van mijn fiets op slot zetten. )
Ik stap de winkel binnen en begin te turen naar de schappen nagellak.
Zoveel kleuren om uit te kiezen...Soms word ik er duizelig van. Zacht roze, goudkleurig, wit...of misschien iets met glitter?
Gelukkig, ik zie snel de goede tint.
Ja, deze is goed. Ik pak een flesje uit het schap.
Wat vind jij?, vraag ik aan mijn zus.
Perfect, zegt ze. Oké, oké we nemen deze.
Nu nog een poeder...
Eentje met een beetje kleur, dat brengt alles weer tot leven, zeg ik zachtjes tegen mezelf.
Het is makkelijk om wat voor je uit te kiezen.
We hebben dezelfde huid, de jouwe gerimpeld,
de mijne nog niet, maar beide zacht en egaal als porselein.
Wel honderd keer heb jij je ogen gesloten en ons toegelaten om je op te maken als een echte Indische dame.
Een beetje lippenstift, een beetje poeder.
De haren mooi gekamd.
Precies zoals jij dat ook altijd deed,
doen wij dat nu voor jou.
Het moet perfect zijn...
Anders kan je het beter niet doen, zegt mijn zus.
Ze heeft gelijk.
(Geluiden van afrekenen)
(Geluiden van voetstappen op het tapijt etc etc; iemand laat ons binnen)
We stappen met zijn drieën de kamer binnen.
Er staan bloemen en het licht schijnt zachtjes door de gordijnen.
Het is vandaag geen grijze dag. Vandaag gelukkig niet.
Door de zalmroze vloerbedekking hoor je bijna niet dat we binnen gekomen zijn.
Mamma zet een klein vaasje met een witte roos naast je neer en we zeggen je gedag.
We krijgen thee en een koekje maar we gaan meteen aan de slag.
Geroutineerd pakken we de sponsjes, kwastjes en flesjes uit onze tas.
We leggen alles klaar. Zoals we dat al talloze keren hebben gedaan. We kiezen ieder een kant. Ik rechts en mijn zus links.
Aandachtig kijken we naar je.
Je gezicht is ontspannen, dat maakt ons rustig.
Je hebt een grote ceramieke hanger om met blauwe bloemen. Het poederblauwe jasje past er perfect bij.
Die hebben we met zorg voor je uitgekozen en draag je vaak met veel plezier.
We maken een plan en overleggen waar we beginnen.
Zachtjes deppen we de kleuren op je huid.
Vroeger trokken we altijd gekke gezichten naar elkaar, weet je nog, om zo alles goed egaal te verdelen.
Ik moet er een beetje om lachen. Het voelt nog steeds precies het zelfde.
We vegen wat rouge - zoals jij dat altijd op een chique manier zegt - op je wangen.
Het lijkt net nu alsof je buiten een frisse neus bent gaan halen.
Dat is wat we willen zien.
Nu nog de nagels....
Dat laat ik aan mijn zus over.
Anders zit het overal. Ik kijk naar haar geconcentreerde gezicht.
Een kleine frons verschijnt in het voorhoofd.
Ik heb dezelfde frons als ik secuur bezig ben en daarom zeg ik niets.
(Muziek van oma op de achtergrond; geluid van haren kammen en spulletjes doorzoeken)
Heel even lijkt het alsof we net als vroeger bij je op de slaapkamer zitten.
Samen achter de kaptafel.
Geboeid kijken we via de spiegel naar jou... Met de ene hand kam je je haar en met de andere druk je het zachtjes in model.
(Muziek stopt)
Het kwastje verdwijnt in het potje nagellak.
Een mooie parelmoerachtige kleur bedekt langzaam alle nagels.
Je doet me denken aan sneeuwwitje, maar even lijkt het als of je elk moment wakker kan worden...
We zetten een stapje terug en kijken elkaar aan…
Is het perfect?, vraag ik aan mijn zus.
Ja, zegt ze. Beter hadden we het niet kunnen doen. Het is perfect...
Mamma vindt dat je er mooi uit ziet en ze geeft je een complimentje. Dat vind je altijd fijn...
(Geluid van aanraking)
Ik pak je hand. Het voelt zo bekend alsof ik hem nooit heb losgelaten.
Voor alles is een eerste keer. Maar voor alles ook een laatste...
De laatste keer jouw haren kammen.
De laatste leer je nagels lakken... en de laatste keer gedag zeggen....
Doei oma, zeg ik zachtjes... oh nee dat mocht ik nooit zeggen...
Dus zeg ik:
Dag oma, nu voor de laatste keer…