Al in mei 2010 meldden accountants dat de NAVO veel te veel betaalde aan brandstof voor de ISAF-missie in Afghanistan, blijkt uit een intern onderzoeksrapport van de NAVO. Die brandstof werd geleverd door het bedrijf Supreme dat van 2006 tot 2015 een contract had met de NAVO. De NAVO en Supreme vechten op dit moment een miljoenenruzie uit voor de rechtbank Maastricht. Supreme claimt dat het nog 432 miljoen dollar aan achterstallige betalingen te goed heeft. De NAVO heeft een tegenclaim ingediend van 700 miljoen dollar die juist teveel aan Supreme betaald zou zijn.
Volgens de auditors die het interne NAVO-rapport schreven rammelt het contract met Supreme aan alle kanten door een gebrek aan duidelijkheid over welke kosten in rekening mogen worden gebracht. ‘De leverancier profiteert daarvan en de NAVO staat dat toe,’ zo schrijven de accountants. Uit de cijfers blijkt ‘dat we niet weten waarvoor we betalen en waarom,’ aldus het interne NAVO-document.
In sommige gevallen werd bovenop de kostprijs van de brandstof meer dan 110 procent aan additionele kosten in rekening gebracht en soms werden kosten dubbel opgevoerd. Als voorbeeld noemt het rapport dat in ons bezit is de kosten van verlies van olie tijdens transport: hiervoor zou de NAVO dubbel opdraaien. Bij aanvallen van de Taliban op konvooien gingen regelmatig tankauto’s met hun lading verloren.
De accountants concluderen ‘dat de kostprijs die in rekening wordt gebracht ruim ligt boven wat verwacht mag worden of wat redelijk is’ . Zelfs in de context van een oorlog in Afghanistan.
Ze adviseren dat de ‘vastgestelde feiten onmiddellijk ingrijpen vereisen’ van het management en dat uit eerdere audits de tekortkomingen van de contracten en het gebrek aan controle reeds voldoende is vastgesteld.
Hoogleraar accountancy Marcel Pheijffer van de Nyenrode Business Universiteit noemt het rapport ‘alarmerend’: “De conclusie is dat defensie geen controle had over de contracten die ze hebben afgesloten, niet precies wisten wat ze moesten betalen en het risico liepen op te hoge nota’s.”
Defensiedeskundige Ko Colijn van Instituut Clingendael zegt dat uit het rapport blijkt dat dit “controle achteraf is op iets wat niet te controleren valt, want daar zijn afspraken te waterig voor”.
Supreme moest eerder schikken met de Amerikaanse justitie voor fraude bij de levering van voedsel en drinken aan de Amerikaanse troepen in Afghanistan voor een bedrag van bijna 400 miljoen dollar. Ze hadden onder andere een nepbedrijf in de bevoorradingsketen opgericht, JAFCO, om de prijs op te kunnen drijven.
Minister Hennis van Defensie liet eerder in een reactie op Kamervragen weten dat Nederland ook teveel heeft betaald voor de geleverde brandstof.