Iedere avond verzamelen journalisten zich in het perscentrum bij het hoofdbureau van politie in Manila. Met name fotojournalisten wachten op de melding van een nieuwe moord in de ‘oorlog tegen drugs’ van de Filipijnse president Duterte. Zodra een adres bekend is scheuren ze in colonne door het drukke verkeer naar de plaats des onheils. Ze raken steeds beter ingespeeld.
De tip van daarnet is afkomstig van begrafenisonderneming Eusebio, die opdracht heeft gekregen een lichaam op te komen halen. Of ze tipgeld krijgen van de journalisten wordt me niet duidelijk. Zaak is om nog voor de technische recherche ter plekke te zijn, zodat slachtoffer en plaats delict in originele staat gefotografeerd kunnen worden.
Behendig manoevreren de auto’s door het drukke verkeer, knipperlichten permanent aan en desnoods een rood stoplicht negerend. Ze passeren het verkeer links en rechts. Het is even vragen aan buurtbewoners voor de plaats delict in een donkere achterafstraat wordt gevonden.
De politie heeft de plek al afgezet met lint. In het schijnsel van de meegebrachte zaklantaarns is het lichaam te zien van een zestienjarige jongen. Handen op de rug gebonden. In executiestijl op de knieën gezet. Een van de moordenaars heeft een schot in het hoofd gelost, waardoor het bovenlichaam voorover is geslagen. Ze waren met z’n vijven op drie motoren, één schutter. Voor ze vertrokken keerden ze nog even terug om nog een schot te lossen, horen we van een ooggetuige. Nog geen half uur later is de forensische recherche klaar met haar onderzoek en hebben medewerkers van begrafenisondernemer Eusebio het lichaam in een lijkwagen geschoven. De journalisten zijn alweer vertrokken naar een volgende melding.
Een reportage van Rik Delhaas en Byan Bocar.