In mijn boekenkast staat de lijvige bundel Laten we eerlijk zijn. 25 jaar Spraakmakende Interviews van Frénk van der Linden. Van de auteur zelf moest ik het boek niet alleen kopen, maar ook lezen. Dat was voorwaarde voor mijn deelname aan zijn masterclass interview. Laat ik eerlijk zijn: ik heb de 25 jaar met plezier gelezen en het boek nooit weggedaan. Aan de masterclass denk ik ook met plezier terug. Die was leerzaam en ging niet de hele tijd over Van der Linden’s eigen succes als journalist.
Nu beschuldigt de leraar, in het Mediaforum van De Ochtend op NPO Radio 1, de vroegere leerling van een ernstige zaak. Als chef van VPRO’s Bureau Buitenland heb ik, heel spontaan, een aantal redacties die ook veel aandacht schenken aan buitenland opgeroepen tot een steunbetuiging. Een online teken van solidariteit richting onze collega-journalisten in Turkije. Een gebaar vanaf de werkvloer, van collega tot collega. Zonder de illusie dat het veel effect heeft. Maar volgens Van der Linden deugt ook dit kleine gebaar niet. Het is actiejournalistiek. Bovendien is de situatie in Turkije hiervoor ‘te ingewikkeld’.
Eind vorig jaar was ik in Den Haag voor de uitreiking van de Free Press Awards. Can Dündar zou daar spreken, de gevluchte voormalig hoofdredacteur van Cumhuriyet. Hij is een moedig journalist die een aanslag overleefde. Ik wilde hem heel graag zien. Maar Dündar kwam niet en sprak de zaal alleen kort toe via video. Hij zat ondergedoken in Duitsland en het was voor hem niet veilig genoeg om publiekelijk op te treden. Waar is hij hier, ver buiten zijn eigen land, zo bang voor? Gelukkig laat hij zich niet het zwijgen opleggen en gelukkig zijn er meer moedige journalisten in Turkije die dat niet doen. Ook veel jongere en minder bekende personen dan de monumentale Can Dündar. De kans dat zij in vrijheid hun 25-jarig jubileum als interviewer halen is niet groot. En nee Frénk van der Linden, dat gaat niet over Gülenisten, maar over iedereen in Turkije die het waagt kritiek op de macht te hebben.
“De vraag die we hier willen bespreken, is of het verstandig is om je als nieuwsmedium openlijk uit te spreken.”
De radiopresentator zegt het alsof er een heftig politiek manifest is gelanceerd. Alsof wij nu partij kiezen in een van de vele conflicten die Turkije rijk is en daarmee onszelf als journalisten diskwalificeren. Zoals een goede collega mij per DM laat weten: sinds wanneer is het louter en alleen opkomen voor persvrijheid en vrije meningsuiting verworden tot politiek? Het zijn universele rechten.
Er wordt in het Mediaforum voorgesteld dat wij ons programma, onze uitzendingen, inzetten als een actie-platform. Nee, de keuze is nadrukkelijk en van begin af geweest: de steunbetuiging loopt via de social media maar niet via de programma’s. Wij zijn geen actieclubs en hebben Van der Linden niet nodig om dat uit te leggen.
Of we ons wel in het perspectief van Erdogan verplaatsen, zo vlak na een couppoging? De Turkse president heeft vanuit zijn positie bezien toch ook een punt? Van der Linden gaat door. Of we ons wel realiseren dat zo’n steunbetuiging de journalisten daar het werken misschien nog lastiger maakt?
Ik zou zeggen: vraag het ze! Vraag het Can Dündar, vraag het Erdem Gül, Arzu Yildiz, of anderen.
De vraag die ik hier wil bespreken is of het als nieuwsmedium verstandig is om tien minuten lang ons bescheiden gebaar van collegialiteit en medeleven te bespreken en bekritiseren met drie gasten, waaronder de eigen hoofdredacteur, zonder de moeite te nemen om te bellen voor wederhoor? Hoe journalistiek is dat?
Laten we eerlijk zijn. Wie het lezen wil, mag het hebben.