Waarom sluiten steeds meer islamitische strijders uit de Kaukasus zich aan bij de Islamitische Staat in Syrië en Irak? Hoogleraar Oost-Europese studies Michael Kemper legt in Bureau Buitenland uit wat er aan de hand is: 'Er kan per definitie maar één kalifaat zijn.'

In Syrië en Irak door IS, in Nigeria door Boko Haram en in de Kaukasus door het zelfbenoemde Emiraat: op verschillende plekken in de wereld wordt op dit moment gestreden voor een islamitische staat. Allemaal hebben ze het zelfde doel, ze willen een kalifaat oprichten. 

Daarbij strijden de groeperingen niet alleen tegen de lokale politiek, maar ook tegen elkaar. Dat is de volgens Kemper de essentie van een Kalifaat: 'Een Kalifaat eist de politieke erfenis van de profeet Mohammed op. De Kalief, het hoofd van het Kalifaat wordt gezien als een bloedverwant van de profeet. Daar kan er maar één van zijn. Verschillende Kalifaten zullen elkaar nooit erkennen.'

Kaukasus verliest hoop

In de Kaukasus gaat het allerminst goed voor de Islamitische strijders. Het Russische optreden tegen hen is te sterk. Die Russische onderdrukking wordt geleid door de Tsjetsjeense president Ramzan Kadyrov, een vertrouweling van Poetin. Hij komt in 2005 na twee bloedige oorlogen tussen Tsjetsjenië en Rusland aan de macht. Hij slaagt erin om rust in de regio te handhaven.

Kadyrov wordt daar volgens Kemper sterk in gesteund door Poetin: 'Hij voorziet Kadyrov van de nodige militaire steun en de middelen om vijanden te liquideren. In de regio, maar ook daarbuiten.' Dat de twee samenwerken blijkt volgens Kemper onder meer bij de liquidatie van de voormalige lijfwacht van Kadyrov, Oemar Israilov, in Wenen op 13 januari 2009. Israilov wordt uit het veld geruimd omdat hij een aanklacht tegen de Tsjetsjeense president heeft ingediend bij het Europese Hof voor de Rechten van de Mens.

Syrië lonkt voor Kaukasiërs

De Russische jacht op de rebellen blijkt effectief: verschillende kopstukken van de islamitische rebellen worden gedood, inclusief oud-leider Dokka Oemarov. De Russische oppressie zaait verdeeldheid onder de rebellen en sommigen besluiten hun toekomst elders te zoeken. Al meer dan 2000 Tsjetsjenen, Dagestanen en Russen vertokken naar de Islamitische Staat in Syrië en Irak.

Maar waarom naar IS? Dat heeft volgens Kemper verschillende redenen: 'Syrië en Irak zijn toegankelijk, omdat er al een flinke Tsjetsjeense diaspora woont. Die bestaat uit vluchtelingen die in de jaren negentig de oorlogen met Rusland in Tsjetsjenië ontvluchtten. Maar belangrijker is misschien wel het doel: ze willen in het Kalifaat wonen. Thuis, in de Kaukasus, zien ze dat niet meer gebeuren.'
 
Veel Dagestanen en Tsjetjenen zijn door de gevoerde oorlogen in Zuid-Rusland goed georganiseed. Kemper: 'Binnen IS zie je dan ook dat ze op hoge posten terecht komen, IS heeft baat bij de ervaringen van de Kaukasiers.' Daarnaast spreken veel van het Arabisch, doordat na de val van het Sovjet-regime een de Islam in de Kaukasus in een bloeiperiode is gekomen volgens Kemper.
 
Het emiraat in de Kaukasus bloedt volgens Kemper langzaam dood:  ‘Het lijkt het erop dat het Emiraat op den duur verdwijnt of verder verzwakt. Maar ook binnen Tsjetsjenië is verdeeldheid. Er zullen altijd vrijheidsstrijders actief blijven. En Rusland zal blijven vrezen dat de strijders terugkomen.’

meer van Bureau Buitenland