Waarom Vrouwkje Tuinman geen toiletborstel bezit
Hans Dorrestijn (1940) zong al over zijn angsten en depressies toen de dichters Vrouwkje Tuinman (1974) en Ingmar Heytze (1970) nog geboren moesten worden. Anno 2017 staan ze gebroederlijk op het podium met een louterend programma over hun irrationele en rationele bangigheden. Reisangst, aan smetvrees grenzende drang tot netheid, slapeloosheid, of, in Dorrestijns geval, poepangst: in theorie hilarisch, tot je daadwerkelijk begint te zweten bij de gedachte een straat met hondenpoep in te moeten. Maar, zo ontdekten deze woordkunstenaars: hoe nauwkeuriger je weet te omschrijven wat er precies in je hoofd gebeurt als de angst toeslaat, hoe beter het probleem hanteerbaar lijkt te worden. Fijne bijkomstigheid voor de toeschouwer: er valt dan warempel toch nog wat te lachen. Verslaggever Elianne Meijer zag de try-out van 'Neurosen en andere hobby's', en spreekt met Vrouwkje Tuinman en Ingmar Heytze.