In het Nationaal Monument Oranjehotel in Scheveningen zaten tussen 1940 en 1945 meer dan 25.000 Nederlanders opgesloten. Het cellencomplex is gerestaureerd en wordt nu opengesteld voor publiek.

Zoals de Penitentiaire Inrichting Amsterdam Over-Amstel meteen de Bijlmerbajes werd, kreeg Deutsches Polizeigefängnis Scheveningen eind 1940 al de geuzennaam Oranjehotel. Immers, 'In deze bajes zit geen gajes, maar Hollandsch glorie potverdorie', heette het al snel. In de oorlogsjaren zaten er ruim 25.000 Nederlanders gevangen, meestal omdat ze in verzet waren gekomen tegen de Duitsers. Maar er zaten ook zwarthandelaren, Jehova's getuigen, ontduikers van de Arbeitseinsatz, communisten en zo'n 2000 Joden gevangen, voordat deze laatsten naar concentratiekampen werden gedeporteerd. Vooral de Joodse gevangenen kregen het zwaar te verduren. 

Ze werden naakt opgejaagd, met koud water natgespoten, geslagen en gedwongen om hun eigen ontlasting op te eten. Ruim 250 gedetineerden, onder wie de vijftien Geuzen en drie Februaristakers over wie Jan Campert zijn bekende gedicht 'De achttien dooden' schreef, werden op de Waalsdorpervlakte in de duinen van Wassenaar doodgeschoten. Na een laatste nacht in de zogeheten dodencellen werden ze via het Poortje in de gevangenismuur op vrachtwagens naar de executieplaats gebracht.

De gevangenen kwamen uit alle lagen van de bevolking: militairen, studenten, arbeiders, ambtenaren, politici en geestelijken die zich volgens de bezetter schuldig hadden gemaakt aan enige vorm van verzet. Anderen zaten er vanwege vermeende criminele activiteiten, zoals diefstal, illegaal slachten of zwarte handel. Weer anderen vanwege hun levensbeschouwing of seksuele geaardheid. Zij werden naar andere gevangenissen en kampen in Nederland en Duitsland afgevoerd.

De gevangenen kwamen uit alle lagen van de bevolking: militairen, studenten, arbeiders, ambtenaren, politici en geestelijken

Ben en Dolf

Tot de bekendste gevangenen horen 'Soldaat van Oranje' Erik Hazelhoff Roelfzema, de Leidse hoogleraar Rudolph Cleveringa, die tegen het ontslag van Joodse collega's protesteerde, priester Titus Brandsma, die in Dachau werd vermoord, en verzetsmensen als Pim Boellaard, Bernard IJzerdraat, George Maduro en Corrie ten Boom. Nog een paar namen: Simon Vestdijk zat er, Henri Pieck (de broer van Anton, omdat hij illegale bladen had gedrukt) en ook Heinz Polzer, alias Drs. P, omdat hij een verhaaltje had geschreven over Ben en Dolf die op hun broek kregen van oom Sam. Een volledig register van alle gevangenen ontbreekt, omdat de Duitsers de administratie van hun grootste gevangenis op Nederlandse bodem aan het eind van de oorlog vernietigden. 

Maar de eerste naoorlogse commandant van de Scheveningse gevangenis, E.P. Weber, heeft zo veel mogelijk namen van gevangenen achterhaald en in 1946 gepubliceerd in Gedenkboek Oranjehotel, dat is in te zien op oranjehotel. org. Daarin wordt, naast de duur van hun gevangenschap en hoe het na vertrek met hen is afgelopen, ook de reden van hun arrestatie vermeld, uiteenlopend van illegale bladen verspreiden, valse papieren, 'Jodenhulp', spionage, 'Engelandvaarder', hulp aan onderduikers en sabotage tot luisteren naar verboden zenders, 'verboden preeken', niet aangeven van een Engelse piloot, en te laat op straat – een gering vergrijp volstond om langdurig te worden opgesloten of erger.  

Spong en Van Dis

Na de bevrijding werden de cellen meteen weer in gebruik genomen. Eerst voor Duitse oorlogsmisdadigers, collaborateurs en NSB'ers, later voor Nederlandse gevangenen; het voormalige Oranjehotel werd onderdeel van de Penitentiaire Inrichting Haaglanden. Toen in 2010 wegens overcapaciteit aan celruimte sluiting, en zelfs sloop dreigde, ontstonden er plannen voor restauratie en herinrichting van het cellencomplex, die negen jaar later tot een voor het publiek toegankelijk herinneringscentrum hebben geleid. Met in de voormalige Dienstvertrekken een vaste expositie, Doodencel 601, foto's en films, waarin advocaat Gerard Spong vertelt over het rechtssysteem en schrijver Adriaan van Dis over de nasleep van de oorlog voor de volgende generaties. 

De presentatie is gebaseerd op verhalen van oud-gevangenen die de bezoeker in audiofragmenten kan beluisteren. Diverse voorwerpen geven een beeld van het gevangenisleven van de verschillende groepen gedetineerden. In het open buitengebied tussen het cellencomplex en de vijf meter hoge gevangenismuur bevindt zich de Herdenkingsruimte, en in die buitenmuur zitten nog twee monumenten: het Poortje en de gedenkplaat 'Zij waren eensgezind'. Ook sommige inscripties in de celmuren zijn bewaard gebleven, zoals deze: 'Aug. 1943 Houdt moed De redding is nabij.' Aan de overzijde van de weg wordt langs de duinrand nog het Duinmonument ingericht, met de namen van de gefusilleerden op de Waalsdorpervlakte, bij de televisiekijker bekend van de enorme Bourdonklok die er jaarlijks tijdens Dodenherdenking wordt geluid.

Inmiddels zijn de namen van 18.000 gevangenen achterhaald. Het is de bedoeling dat bezoekers van het Oranjehotel hun lotgevallen straks in een database kunnen opzoeken.     

Monument Oranjehotel

Historicus Bas von Benda-Beckmann deed in opdracht van het Niod en Stichting Oranjehotel onderzoek naar de gevangenis, gevangenen en bewakers. Op de resultaten, vastgelegd in zijn boek Het Oranjehotel, is de vaste tentoonstelling gebaseerd. 

De opening van het Nationaal Monument Oranjehotel door koning Willem-Alexander wordt vrijdagmiddag (vanaf 15.00 uur) rechtstreeks uitgezonden, voorafgegaan door reportages met oud-gevangenen en een gesprek met Von Benda-Beckmann. 

Cellengang in het Nationaal Monument Oranjehotel.

Donderdag is de documentaire Het geheime oorlogsdagboek van Riet Hoogland te zien. Ze zat zes maanden vast in het Oranjehotel, omdat ze een anti-Duits gedichtje over het bombardement op Rotterdam had verspreid. Ze wist de Duitse bewaking voor zich in te nemen, smokkelde als 'gangloopster' briefjes voor medegevangenen en noteerde op wc-papier haar bevindingen, die ze na haar vrijlating uitwerkte tot een manuscript dat vorig jaar werd ontdekt en inzicht geeft in het gevangenisregime.

Dat werd vaak gewijzigd. Er blijkt onder meer uit dat bewakers, hoofdbewakers en directeuren voortdurend met elkaar in de clinch lagen. In tegenstelling tot veel medegevangenen is Riet Hoogland er goed vanaf gekomen. 

 

Titel
Het Oranjehotel. Een Duitse gevangenis in Scheveningen

Uitgeverij
Querido

Auteur
Bas von Benda-Beckmann

Het geheime dagboek van Riet Hoogland
Donderdag 5 september, NPO 2, 20.25-21.15 uur
Herhaling:      Vrijdag 6 september, 9.10 uur
                       Zaterdag 7 september, 11.20 uur

Opening Oranjehotel
Vrijdag 6 september, NPO 2, 14.30-16.10 uur