Radiomaker Marten Minkema onderzoekt de mogelijkheden voor een zelfvoorzienend leven in zijn documentaire Autarkie in polderland.
Vanwaar dat verlangen naar een zelfvoorzienend leven ?
Marten Minkema: ‘Het is voortgekomen uit kwaadheid. Iedereen kent het euvel; alle post en telefoontjes die je krijgt van energiemaatschappijen die je ertoe proberen te verleiden over te stappen, waarna je het eerste jaar korting krijgt op de prijs van gas en licht. Het zorgt ervoor dat veel mensen zich daarmee bezighouden, aangejaagd door het idee een dief van hun eigen portemonnee te zijn wanneer ze niet nu tot iets beters besluiten. Ik werd daar zo boos over dat ik dacht: ik wil daar los van zijn. Toen ben ik gaan onderzoeken in hoeverre het mogelijk is om autarkisch te gaan leven.’
U woont met vrouw en kind in het centrum van Haarlem. Wilt u dat daar doen?
‘Dat kan dus niet. We hebben geen tuin en maar een half dakterras, dus we kunnen er geen eten verbouwen. Zonnepanelen mogen we niet aanbrengen omdat onze woning onder een beschermd stadsgezicht valt. Maar het mooie is, er zijn kleine huisjes te koop, een soort machinekamers bijna, met windmolentjes op het dak. Die voorzien in energieproductie, je water komt van de regen, wat door de wc en gootsteen gaat, stroomt via een filter in de grond. Dan heb je alles in een. Ik zou dolgraag zo’n ding willen, alleen: waar zet je het neer, want dat mag niet overal. Banken werken wel steeds meer mee aan de financiering van dit soort initiatieven, maar gemeentes confronteren je met talloze wetten en praktische bezwaren. Bovendien is grond in Nederland peperduur, dat kost meer dan zo’n huisje. En als er iets kapot gaat, heb je toch weer iemand nodig die de boel komt repareren, want heel handig ben ik niet. Ook vind ik het een scheve gedachte: je zelfvoorzienendheid kopen. Ben je nog steeds een consument.’
Wat is uw ideaalbeeld?
‘Een lapje grond met een huis erop gemaakt van materialen die verantwoord afbreekbaar zijn, waar ik eigen energie opwek en een moestuin heb. Dat klinkt romantisch, misschien is mijn beeld verkeerd. Ik weet ook niet of ik er geschikt voor ben, het zou echt een heel andere manier van leven betekenen, met mijn handen in de aarde terwijl ik ook graag andere dingen wil doen. Wellicht ligt de toekomst helemaal niet in autarkie, uit wetenschappelijk onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat het oneconomisch zou zijn wanneer iedereen zijn eigen groente zou gaan verbouwen. Zaken in kleinere verbanden gaan organiseren lijkt logischer; wie brood wil en kan bakken doet dat, voor meer mensen, en dan doen anderen weer wat zij goed kunnen. Een beetje zoals het was eigenlijk.’
Samen zelfvoorzienend?
‘Ja, en precies zoiets doen ze in Dalfsen in Het Levende Dorp, een initiatief van Bob Radstake. Op een klein terrein vlakbij het station, tussen de spoorlijn en de Vecht, pacht hij met een aantal anderen een voormalig vakantieparkje om daar een “samenvoorzienende” plek van maken. Het ziet er heel idyllisch uit, een combinatie van de tekeningen van Anton Pieck, Gaudí’s bouwsels en de omgeving waarin The Hobbit van Tolkien zich afspeelt. En dan niet kitscherig of middeleeuws-achtig, maar echt, met wilde moestuinen waarin een meisje van drie venkel en paardenbloemen liep te eten. In september organiseren ze een festival voor iedereen die nieuwsgierig is naar zo’n manier van bestaan. Er leven daar nu elf gezinnen, in allerlei soorten behuizing, variërend van een Pipowagen tot wat Bob wil realiseren: woningen gebouwd van bomen. Die zijn niet alleen energieneutraal, maar leveren zelfs zuurstof, een ongelofelijk mooi idee. Het verschijnsel “haast” is daar totaal verdwenen.’
Iets voor u?
‘Nou, nee, ik denk het toch niet, ik ben te gehecht aan allerlei dat ik daar niet heb. Om warm water te krijgen moet je steeds hout stoken dat je eerst hebt moeten sprokkelen. Ik vond het heerlijk om daar even te zitten, maar zou al snel de kriebels krijgen. Je hebt er ook een bepaalde instelling voor nodig, waarbij je de lol inziet van ontberingen. Het is me wel duidelijk geworden dat er echt een stroming gaande is; tien jaar geleden kon er bijna niets, nu is er steeds meer mogelijk, wie weet wat er over tien jaar allemaal kan.’