VPRO Tegenlicht: Offline als luxe
Zondag 8 mei om 21.10 uur op NPO 2
In VPRO Tegenlicht: in rap tempo raakt de hele wereld met elkaar in verbinding; vrijwel overal is ‘dekking’. Om te laten zien wat dat eigenlijk betekent, richt het project White Spots zich op de plaatsen waar juist nog geen bereik is.
Bregtje van der Haak is niet tegen het internet of bang voor technologie. Ze is zelfs beter ingevoerd dan de meeste mensen. Al jaren maakt ze voor de VPRO documentaires over de invloed die technologie op ons leven en de maatschappij heeft. Zo regisseerde ze uitzendingen van Tegenlicht over hoe om te gaan met het verloren gaan van digitale bestanden en draagbare technologie als Google glass. Mede daardoor is ze zich extra bewust van het feit dat de hele wereld in hoog tempo met elkaar verbonden raakt.
‘Bij het World Economic Forum afgelopen januari in Davos is een datum genoemd: in 2020 moet elke aardbewoner online zijn,’ vertelt ze. ‘Dat is nogal een verandering voor de mensheid. Als je straks nergens meer zonder netwerk bent, en iedereen heeft een smartphone, dan krijg je een soort glazen planeet met glazen burgers. Alles is inzichtelijk, alles is transparant, je kunt overal gezien worden. Iedereen genereert data, we hebben daar zelf geen controle over en het is volslagen onduidelijk van wie die gegevens zijn.’
Anderhalf jaar geleden begon Van der Haak het project White Spots, samen met informatieontwerper Richard Vijgen en fotograaf Jacqueline Hassink, die het initiatief nam voor de samenwerking. Hassink was bezig met een project over landschappen zonder bereik en Vijgen maakte voor haar een wereldkaart van die ‘witte plekken’. Van der Haak besloot die plaatsen te onderzoeken, zodat in diapositief duidelijk wordt wat de ‘altijd online’-wereld eigenlijk betekent.
In eerste instantie ging ze als een soort antropoloog te werk. ‘White spots, waar geen netwerk is voor internet en mobiele telefoon, zijn plekken die er straks niet meer zijn. Maar wat raken we daarmee kwijt? Ook als die plekken vreselijk zijn, of armoedig, wat is er straks niet meer? En willen we eigenlijk wel altijd bereikbaar zijn?’
Er zijn verschillende redenen waarom mensen zonder bereik leven. De belangrijkste is natuurlijk dat ze ergens wonen waar de voorzieningen (nog) niet aanwezig zijn. Het gebied is te dun bevolkt of de mensen zijn er te arm. Ze willen wel bellen of internetten, maar het kan niet. Voor grote technologiebedrijven heeft het prioriteit om iedereen aan te sluiten. Maar de wetgeving loopt achter op de technologische ontwikkelingen. ‘Het is een beetje het Wilde Westen,’ zegt Van der Haak. ‘Bedrijven als Google en Facebook kunnen gewoon hun gang gaan en experimenteren. Google laat nu zwevende modems aan ballonnen op om echt wereldwijd dekking te creëren. Maar ze gaan niet in gesprek. Interviewverzoeken worden geweigerd. Dat motiveerde mij ook om hier veel tijd in te steken: het is zo’n grote verandering, zo ingrijpend voor iedereen. Het betekent ook veel voor hoe burgers met elkaar en met de staat omgaan. Je zou daar toch op zijn minst een paar vragen over moeten kunnen stellen.’
Er zijn ook mensen die zich bewust afzonderen omdat ze last hebben van de elektromagnetische straling die onze apparaten uitzenden. Van der Haak: ‘Die hebben een verschrikkelijk leven, maar ze worden niet door iedereen serieus genomen. Ik weet het niet, maar er is ook nooit bewezen dat wifinetwerken geen effect op de gezondheid hebben. De hoeveelheid straling is in korte tijd enorm toegenomen en er zijn wel steeds meer aanwijzingen dat sommige mensen er ziek van worden. Stel je voor dat dat zo blijkt te zijn, dan hebben we een gigantisch probleem. De economische belangen zijn groot.'
'Het internet of things komt eraan. Dat betekent steeds meer kleine zendertjes in bijvoorbeeld verf, kleding en autobanden. Wat dat voor invloed heeft op menselijk weefsel en het zenuwstelsel weten we niet precies, maar we kunnen niet meer terug.’
En dan is er nog de invloed van altijd online zijn op onze psychische gesteldheid. ‘Iedereen merkt dat hij zich moeilijker kan concentreren doordat we steeds afgeleid worden door onze apparaten,’ zegt de regisseur. ‘Wat betekent het dat je geen lange teksten meer leest, geen lange gesprekken hebt, elkaar minder aankijkt als je praat? Het is de moeite waard om daar even bij stil te staan.’
Over de stralingsziekte maakt Van der Haak een aparte documentaire die over een jaar klaar moet zijn. Het project White Spots bestaat verder uit een app, een uitzending van Tegenlicht, een fotoboek van Jacqueline Hassink en een presentatie bij Het Nieuwe Instituut (v/h NAI) in Rotterdam.
De Tegenlicht-aflevering geeft vooral duiding, met verschillende experts die hun visie geven. ‘We hebben de app meegenomen die de zendmasten voor mobiele telefonie visualiseert, en gevraagd wat het betekent als we naar een honderd procent dekking gaan,’ zegt de regisseur. ‘Kun je er nog wel uitstappen? Iedereen heeft geheimen, dat begint al met je pincode. Hoogleraar bestuursrecht Paul Frissen suggereert het recht op onzichtbaar zijn. Ook Sherry Turkle hebben we geïnterviewd, zij ging van internetenthousiasteling naar -critica. In haar collegezaal op de prestigieuze universiteit MIT mag je geen laptops meer gebruiken.’
Het project heeft logischerwijs ook invloed gehad op het persoonlijke leven van Van der Haak. ‘Mijn zoon van twaalf vindt het een ramp dat ik hiermee bezig ben,’ lacht ze. ‘Ik wil geen telefoons meer in de slaapkamer. Als ik in mijn weekendhuisje in de polder ben, gaat de smartphone uit. Maar ik vind het heel moeilijk. Het vraagt veel zelfdiscipline. Ik heb geen Facebookverslaving of zo, maar ik vind het heel lastig die stroom van e-mails in de hand te houden. Van half acht ’s avonds tot half acht ’s ochtends probeer ik geen internet te checken. Als ik het dan toch doe, blijkt meestal dat er niets bij zat wat niet even had kunnen wachten. Veel apps en websites zijn ook echt ontworpen om verslavend te zijn. De bedoeling is dat je de hele tijd terugkomt en zo veel mogelijk data produceert.’
De documentairemaker denkt dat we momenteel bezig zijn onze weg te vinden in die dwingende onlinewereld. ‘Mensen gaan zich nu echt realiseren dat het soms teveel kan zijn, en dat je zelf controle moet nemen over hoe je die technologie in jouw leven wilt inpassen. Dit project maakt je daar bewust van en technologie kan er ook bij helpen. Er zijn allerlei apps die je gedrag kunnen sturen. Ik heb geen last van offline romantiek, en denk helemaal niet dat alles beter is zonder technologie. Maar ik wil zelf de baas over mijn leven zijn. Niet dat de technologie voor mij bepaalt, maar dat ik controle heb over de technologie.’
Tegenlicht Meet Up n.a.v. de uitzending op woensdag 11 mei om 20.00 uur in Pakhuis de Zwijger, Amsterdam. Met onder anderen regisseur Bregtje van der Haak, app-ontwerper Richard Vijgen en fotografe Jacqueline Hassink. Toegang gratis, aanmelden kan hier. Kijk op tegenlicht.vpro.nl voor een Meet Up bij u in de buurt.
Hooge Mierde, Nederland: Marianne Witmer is eigenares van Bed and Breakfast en Minicamping Zerofield. ‘Alles draait bij ons om rust en natuur. De bedoeling is om mensen te laten onthaasten. Gasten zeggen na een weekend hier dat het lijkt of ze een maand vakantie hebben gehad. Het is een donkere camping, er schijnt ’s nachts alleen licht van de maan. We hebben helaas wel bereik met de mobiele telefoon, maar geen wifi en we vragen onze gasten om ’s avonds hun mobieltje of smartphone uit te zetten. We hebben soms ook gasten die speciaal bij ons komen vanwege het gebrek aan elektromagnetische straling. Ik ben daar zelf ook gevoelig voor. Als ik mijn mobiel bij me draag, krijg ik klachten, bijvoorbeeld in de doorbloeding van mijn bovenbenen. Die problemen hebben te maken met het immuunsysteem. We zijn een oase in deze drukke wereld. Het is vreselijk jammer dat er te weinig ruimte wordt gegeven aan mensen die de drukte en straling niet willen. Die groep wordt steeds groter en mensen zoeken naar plekken zoals deze. We zijn slaven die constant in de gaten gehouden worden, en dat wordt steeds erger. Maar het bewustzijn begint wel te groeien. Mensen staan steeds meer open om nieuws te horen over de waanwerkelijkheid waarin we leven.’
Puerto Alegre, Brazilië: José Pedro Bortolino is creatief directeur van een reclamebureau dat een bierkoeler/netwerkblokkeerder bedacht.
‘Het werkt als volgt: je stopt het bier in de koeler, zet het knopje om en het gsm-signaal in de directe omgeving wordt geblokkeerd. We hebben hem ontwikkeld om mensen aan het denken te zetten en de discussie op gang te brengen. In Brazilië zitten veel mensen 24 uur per dag op hun telefoon. Ze leven niet in het moment, maar in de virtuele wereld. Als je bier zit te drinken met je vrienden, moet je met elkaar praten, geen slaaf zijn van je smartphone. Het idee was om het bier het internet te laten blokkeren en zo de bar aan de mensen terug te geven.’
Mwiogo, Kenia: Chris Baraka is blogger en ondernemer, maar woont in een dorp zonder internet.
‘Dit is een prachtige plek om te wonen. Weg van de drukte van de stad kan je hier rustig nadenken. Het is heel geschikt om dieren te houden, het is niet zo koud en het landschap is prachtig. Maar er is geen elektriciteit en geen internet. Ik heb it gestudeerd, daar heb ik hier niets aan. Ik kan niets doen. Er is veel werkloosheid. Ik wil voor mezelf werken en misschien anderen in dienst kunnen nemen. Plaatsen als deze kunnen veranderen. Hier zou een kantoortje kunnen komen, als ik stroom en internet heb kan ik vanuit hier werken. Binnenkort zal bijna de hele wereld online werken. We hebben het internet nodig. Ik denk dat Afrika aan zet is in de wereldeconomie. Als we elektriciteit en een goede verbinding hebben, kunnen we het overnemen.’
Jerevan, Armenië: Aram Pachyan is een schrijver die een paar jaar geleden koos voor een volledig analoog leven. Hij schrijft op een typemachine en heeft geen telefoon.
‘Als mensen je bellen, hebben ze niet alleen je nummer, maar ook je leven. Ik begon een ondraaglijke fysieke vermoeidheid te voelen en uiteindelijk nam ik de telefoon niet meer op. Ik kreeg ook een soort geheugenverlies als ik naar een beeldscherm keek, omdat de sociale media altijd in de buurt waren. Ik voelde me depressief en fysiek aangetast. Nog niet zo lang geleden communiceerden we op een andere manier en dat werkte ook. Ik kies voor een andere manier van leven. Mensen moeten zelf beslissen of ze hun tijd aan hun smartphone willen besteden. Ik geef daar niet om, ik zie er het nut niet van in, omdat ik veel tijd nodig heb om na te denken. Overal waar geen wifi is, is het paradijs voor mij.’