Ik las in het reisverslag dat jullie het allemaal overleefd hebben.
‘Dat was mijn grootste doel inderdaad. Toen iedereen levend en wel met zijn voeten aan de kant stond, was ik heel blij. Er gingen best vaak bijna dingen mis, en dan besef je wel dat je echt alleen bent midden op zee. Daar leer je als dokter ook veel van, want je staat altijd op scherp. Je handen en hoofd zijn alles wat je hebt.’
Wat voor dingen gingen er mis onderweg?
‘Max, een van de kiters, kreeg een board tegen zijn hoofd, waardoor hij een behoorlijke hoofdwond opliep. Een andere, Dennis, zat ongeveer tien seconden vast onder de bijboot en kreeg water in zijn longen. Hij is trouwens ook nog een keer midden in een kwal gevallen. Maar uiteindelijk liep het goed af.’
Nog andere lastige zeedieren ontmoet?
‘Vervelend waren de vliegende vissen. Die waren er de hele tijd, soms in grote groepen. Het zijn vissen zonder graat, meer een soort alen, en ze stinken verschrikkelijk als ze op de boot landen. Ze deden me denken aan ratten, of aan de duiven van de Dam.’
Hoe is het om nu weer terug te zijn?
‘Het was wel even schakelen. Het ziekenhuis is toch een erg log en traag apparaat en je bent ineens weer afhankelijk van heel veel mensen. Bij ons is het heel erg overleg, overleg, overleg, terwijl het op de boot veel meer actie, beslissing, actie, beslissing was.’
Eigenlijk zou het management ook eens op zo’n tocht moeten?
‘Ik denk serieus dat het echt goed zou zijn. Sowieso zijn alle dingen die je even uit je bureaustoel trekken, weg uit de comfortzone, erg goed.’