Culinair deskundige Janny van der Heijden toetst en doceert smakelijke kennis in De nationale eet-test.

De nationale eettest 2014
Woensdag, nederland 1, 20.30-22.10 uur

In de publieksvakken van spelprogramma De nationale eettest zitten ‘junkfood lovers’, chef-koks, kantinejuffrouwen, ‘health freaks’ en ambachtslieden. Welk eettype bent u?
Janny van der Heijden (gebrom van een espressoapparaat op de achtergrond): ‘Ik ben een mix van allemaal: een “foodie” pur sang. Al dertig jaar schrijf ik over eten, en ik ben mij erg bewust van wat eten met je doet. Als voorstander van puur en gezond, ben ik geïnteresseerd in de basis. Hoe groeit het product? Hoe wordt het geteeld? En wat kun je er allemaal mee? Het minst heb ik, vermoed ik, met de junkfoodjunkies.’
 
Over welke nationale eetgewoonten verbaast u zich?
‘Nederlanders zijn zuinige eters: geld is belangrijker dan kwaliteit of smaak. In België kijken ze in de supermarkt juist eerder naar wat er mooi en lekker uitziet. In de zeventiende en achttiende eeuw stond Nederland bekend als “warmoesland” – het oude woord voor groente. Toch eten we het, in vergelijking met andere landen, relatief weinig. Maar er is hoop, hoor!’
 
De Ottolenghi-trend?
‘Bijvoorbeeld. Het mooie van de groenterijke recepten van chef-kok Yotam Ottolenghi is: ook al heb je andere eetgewoontes – koosjer, halal, vegetarisch –, we kunnen weer allemaal bij elkaar aan tafel zitten. Groente is wat we delen.’

De Volkskrant noemde u, als jurylid in Heel Holland bakt, een ‘proeftechnische superheld’. Hoe behoudt u uw slanke lijntje?
‘Nou haha, héél lief dat je het zegt, maar dat is mijn eeuwige gevecht. Ik ben dól op lekker eten – word er gewoon heel blij van –, en ik ontzeg mezelf weinig. Dat deel ik met Eettest-presentator Paul de Leeuw. We kunnen allebei ongegeneerd genieten, lekker staat altijd voorop. Ik probeer dan wel de balans te vinden, door daaromheen minder of laagcalorisch te eten.’

Wat schaft de pot?
‘Vandaag heb ik nog een (calorierijke) lunch, dus vanavond wordt het iets met kip. Een verantwoord stuk. Niet van een dier dat heeft geleden. Want daar moeten we natuurlijk ver vandaan blijven.’