Is de ‘deeleconomie’ geworden wat we ervan verwachtten? Tegenlicht-regisseur Shuchen Tan: ‘Als je zo’n app gebruikt als Uber, betaal je per transactie. Je kunt je dan afvragen: is dit nog samen delen?’

Zondag, NPO 2, 21.05-22.00 uur
 
De afgelopen jaren was ‘deeleconomie’ het toverwoord dat in vele monden bestorven lag. Dat veranderde toen taxichauffeurs en masse in staking gingen uit protest tegen de taxi-app Uber en de inwoners van een wijk in Barcelona demonstreerden tegen de uitwassen van kamerverhuurdienst Airbnb. Ook Tegenlicht heeft de deeleconomie steeds veel podium gegeven. Maar in de laatste aflevering dit jaar steekt het vpro-programma ‘de hand in eigen boezem’.
 
Wat wil dat zeggen?

Regisseur Shuchen Tan: ‘Wij hebben het afgelopen seizoen, en ook het seizoen daarvoor al, allerlei nieuwe initiatieven laten zien die te maken hebben met “samen delen”: burgers die energiecentrales opzetten, of broodfondsen. We hebben het ook gehad over ridesharing: dat je ritjes in de auto deelt. Als nieuw handelingsperspectief vonden we dat erg inspirerend. Maar inmiddels is het meer dan een jaar later en zijn we ook zelf gaan nadenken: die kant van het verhaal is heel positief, maar hoe ziet het verdienmodel van de deeleconomie eruit? Dat de deeleconomie zo in ontwikkeling is, komt niet alleen door de ideologische gedachte erachter, maar ook door de stand van de techniek, die zorgt dat je het via een appje heel makkelijk kunt doen. In het verleden hebben we niet gekeken: wie biedt deze apps eigenlijk aan?’ 

Tegenlicht is te positief geweest?
‘Het is niet positief of negatief, je kijkt nu alleen naar een andere kant van het fenomeen. Want je vergeet soms, als je zo’n app gebruikt zoals Uber, dat je per transactie moet betalen. Je kunt je dan afvragen: is dit nog samen delen? Als je naar de achterkant van die apps kijkt, kom je terecht bij de jongens die ze ontwikkelen. Dan kom je in een heel andere wereld terecht, want dat is een booming business op dit moment. De durfinvesteerders zijn op zoek naar die briljante ideeën waar ze een goed verdienmodel op kunnen plakken.’
 
Die commercie is een schaduwkant?
‘Niet een schaduwkant, maar we moeten ons wel realiseren dat achter die apps verdienmodellen zitten waar investeerders miljarden in pompen. Uber is veel meer dan een taxibedrijf, het is een format geworden voor een businessmodel dat je op veel meer terreinen kunt loslaten. Straks als we de driverless car hebben, heb je de taxichauffeur niet eens meer nodig. Dan heb je zelfrijdende auto’s die alles kunnen vervoeren, of dat nou mensen zijn of iets anders. Een van onze geïnterviewden zegt: je kunt Uber toepassen op alle goederen die in een stad gedistribueerd worden. Dan zie je ineens de potentie van zo’n idee en snap je waarom grote bedrijven er heel veel geld in willen investeren. Een van de mensen die wij hebben geïnterviewd is Michel Bauwens, iemand uit de begintijd van de peer-to-peer-economie die nog vanuit een echt ideologische gedachte nadenkt over de deeleconomie. Hij zegt: “De winsten die platformen als Uber en Airbnb maken, gaan naar een paar kleine partijen toe die alle waarde uit die platformen trekken. Waar je naar toe moet is dat bijvoorbeeld die Uberchauffeurs hun eigen platform organiseren, waardoor de inkomsten bij de gebruikers blijven. Dan heb je een coöperatief platform.”

Je kunt je afvragen of platforms als Uber of Airbnb niet dezelfde commerciële partijen zijn als de partijen tegen wie zij zich afzetten: de taxi- en de hotelbranche. Ze doen alleen niet mee aan de regulering die er in die branches is. Bij veel van de deeleconomie heeft de overheid zich teruggetrokken, maar de overheid van Zuid-Korea heeft gezegd: wij willen geen Uber hier, want anders wordt Uber een monopolist op de taximarkt, wat betekent dat kleinere deelinitiatieven, die we zelf ondersteunen, geen schijn van kans hebben.’