De Duits-Syrische filmmaker Talal Derki vertrekt in 2011 naar Homs met fixer en cameraman Osama om de energieke en lokale vredesheld Baset te portretteren. Maar Homs verandert al snel in een gewelddadig oord waar veel verzetsgroepen actief zijn. Het leger installeert wegversperringen en blokkades op strategische plekken in en rondom de miljoenenstad. Er zijn sluipschutters en mortieraanvallen. In ziekenhuizen, veelal in handen van het regiem, worden gewonde mannen gemarteld of gedood. Nagenoeg alle (buitenlandse) mediaploegen vertrekken. Maar Derki en Osama blijven de jonge Baset, die zich ook zal aansluiten bij de oppositie, tot in de zomer van 2012 volgen, en maken hun film af. Dat maakt de documentaire Return to Homs (wereldpremière Idfa 2013, de VPRO zendt nu de ingekorte televisieversie uit) bijzonder en gruwelijk tegelijk.
Op het moment dat Waleed Sheikho uit Homs naar Nederland vluchtte, ging filmmaker Talal Derki erheen. Zijn documentaire is vanavond te zien.
Return to Homs
NPO 2, 23.30-0.30 uur
‘Het hart van het leger is dood. Alle eer is weg. Waarom doden ze ons? Het leger en het volk zijn toch broeders?’ Abdul Baset zingt en zweept daarmee zijn publiek in de straten van Homs op. Voor de oorlog was de 19-jarige Baset een getalenteerde keeper van het Syrische voetbalelftal. Nu probeert hij met zijn protestliederen een vreedzame spreekbuis te zijn voor de bevolking die, geïnspireerd door de Arabische revolutie in andere landen, naar meer vrijheid verlangt in het dictatoriale land. Want zo begon het in het voorjaar van 2011: met geweldloze demonstraties. Inmiddels is het land weggezakt in een uitzichtloze oorlog.
‘Ik weet nog dat ik in Damascus was en president Assad hoorde praten in een toespraak,’ vertelt de 34-jarige Nederlands-Syrische Waleed Sheikho. Hij vertrok in de zomer van 2011 naar Nederland. Sheikho komt oorspronkelijk uit het Koerdische noordoosten van Syrië, maar hij studeerde in Damascus en Latakia aan de sportacademie. ‘Er waren onlusten in het land, die het leger hardhandig neersloeg. De bevolking, ontsteld over dit optreden, verwachtte een reactie van Assad. Maar Assad ratelde maar door over het Israëlisch-Palestijnse conflict. Geen woord over de excessen van het leger. Diezelfde dag nog werden er vreedzame demonstranten vermoord door het regiem.
Ik heb begrepen dat Assad nu ook vrouwen tussen de achttien en dertig jaar de dienstplicht wil opleggen. Niet alleen om daarmee zijn macht te tonen naar de bevolking; als je broer of zus in het leger zit, zal je ook minder snel geweld gebruiken tegen militairen. Ik ben bijzonder pessimistisch over het land waar mijn familie woont.’