Wat wist de AIVD? Had de moord op Theo van Gogh voorkomen kunnen worden? De VPRO-thriller 2/11 Het spel van de wolf wil deze en vele andere vragen beantwoorden, maar vermengt feiten en fictie. Een handleiding.
Het verhaal van de film
Drie dingen die je vooraf moet weten
Uit: The Post Online, 22/9
interview
Ronald van Raak: ‘De formulering van de nieuwe onderzoeksopdracht luistert nauw. Die moet niet in te brede termen worden gevat, anders dreigt het gevaar dat ook de uitkomst te weinig specifiek is. Bij het eerste onderzoek in 2008 is destijds direct een politieke blokkade opgeworpen: [AIVD-toezichthouder] de CITVD mocht geen onderzoek doen naar de periode na de moord. Die blokkade lijkt nu weggenomen. Ik heb begrepen dat er nog deze maand een voorstel komt.’
‘Dat is ook zo. Voor het hoofd van de AIVD, gespeeld door Johan Leysen, gaat het om het staatsbelang. Altijd. Vergis je overigens niet: de AIVD staat heel goed aangeschreven. Ze gelden als nummer twee, maximaal drie, is mij verteld, in de westerse wereld als het gaat om de kwaliteit van terrorismeonderzoek.’
‘Op detailniveau is heel veel van wat we in de film zien correct. De gang van zaken bij de AIVD, de cultuur, enzovoort. Maar dat wil nog niet zeggen dat als je de feiten als kralen aan elkaar rijgt, het automatisch leidt tot de conclusie die in de film wordt getrokken. Om een voorbeeld te noemen, ik kan je uit de eerste hand vertellen dat Johan van Gogh, de vader van Theo, die zijn hele werkzame leven medewerker was van de Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD), niet heeft meegewerkt aan Operatie Mongool [codenaam van een geheime operatie van de BVD met als doel inzicht te krijgen in de maoïstische beweging in Nederland] die in de film voorkomt. De operatie zelf heeft weer wel echt bestaan. Ik heb Johan van Gogh twee keer ontmoet. Het was niet eenvoudig om hem te laten vertellen over zijn BVD-tijd, al is het wel gelukt. Het is wel een man die eist dat je scherp blijft. Hij komt nog ieder jaar bij elkaar met zijn oud-collega’s van de afdeling Ideologie van het internationaal communisme. Een paar weken geleden nog. Allemaal mannen van hoge leeftijd.’
Johan van Gogh vertelde destijds dat de officier van justitie de familie had gevraagd te blijven hameren op de vraag wat er is gebeurd met de geluidsbanden. In de periode direct na de moord waren daar overigens ook al vragen over. Het valt me op dat er amper een collectief geheugen is over deze zaak; een hoop was toen al bekend. Het zijn allemaal hele en halve feiten die erom schreeuwen nader uitgezocht te worden. En dat vinden de mensen binnen de dienst AIVD die hebben gesproken met de filmmakers, ook.’
Van de Westelaken: ‘Het scenario was oorspronkelijk veel langer. Wat je nu ziet, is behoorlijk ingedikt. Maar we wilden ook graag een gecompliceerde film maken, omdat de werkelijkheid ook zo was.’
Uit: Brief aan de Tweede Kamer, 9 oktober 2014
dr. R.H.A. Plasterk’
NPO Cultura vertoont zondagavond twee films van Theo van Gogh, een aan hem gewijde aflevering van Profiel en een compilatie van korte films die Nederlandse regisseurs maakten in reactie op de moord op Van Gogh.