Op 25 oktober bezong in de Amsterdamse Nes het Brainwash Festival de filosofie in vele toonaarden.

Het filosofisch kwintet
Vrijdag, NPO 1, 0.05-1.10 uur
 
Ooit schreef iemand op de muur van een Noord-Ierse begraafplaats: ‘Is er een leven vóór de dood?’ Waaruit men zou kunnen concluderen dat de anonieme auteur het leven, conform het zenboeddhistische beginsel, ervoer als lijden. Fysiek lijden doet menigeen, geestelijk lijden doet een veelvoud van die velen. Sinds de Oudheid poogt de filosofie – en later de psychotherapie – zielepijn te verzachten, of tenminste te behandelen. Want, zo stelde Epicurus, wijsbegeerte moet heilzaam zijn, anders dient hij geen werkelijk doel. Hij moet de mens, iedere mens, helpen. Werktuiglijk zijn voor een gelukkig en juist leven, dus in de alledag en het nu staan.

Waar, anno 2014, staat de filosofie? Een dag lang stelt het Brainwash Festival het denken over het leven, de kosmos en Mens Mier daarin centraal. Filosofen door de eeuwen heen bogen zich over zingeving, het hogere en de valbijl. Zo ook de hedendaagse denkers. Atheïsme versus confessionaliteit, individu versus collectief, Diogenes van Sinope-regime tegenover epicurisme, acceptatie van het Niets contra omarming van het Al. Ongeacht de kloof tussen zienswijzen, echter, schuilt in de beschouwing per se zijn merite. De vonk die verlicht, verstoort, voedt, confronteert en, ja, troost, soms. In de keuzeovervloed, infobesitas en geopolitieke chaos van de vroege 21ste eeuw wil reflectieruimte opnieuw worden veroverd. Tijd voor een breinwassing, of wellicht beter nog: zielmassage. 

Atheïsme versus confessionaliteit, individu versus collectief, Diogenes van Sinope-regime tegenover epicurisme, acceptatie van het Niets contra omarming van het Al.

ok
Op 25 oktober vormt een tiental locaties in de Amsterdamse Nes gezamenlijk een denkraam voor open geesten. Lezingen van ruim dertig gastsprekers uit binnen- en buitenland worden geflankeerd door theater, kunst, muziek en film. Zo voorziet De Groene-recensent Gawie Keyser relevante cinema van commentaar en valt er met Hans Sibbel te lachen over de absurditeiten die leven en mens heten.
Urgente denkstof biedt het Filosofisch Kwintet-debat over Kapitaal in de 21ste eeuw. Dit waarschuwingsschot in boekvorm van de Franse econoom Thomas Piketty thematiseert de disproportionele vermogensaanwas der wereldwijde toplaag en stelt economie als wetenschap ter discussie. Van De Brakke Grond en het Comedy Theater tot het NRC Café-Restaurant en Frascati vinden ook allerlei kleinere activiteiten en optredens plaats. Het festival wordt afgesloten met een feest.
Rest ons, bij dit mooie initiatief van Denkstation Brandstof en omroep Human, de vraag of ook het vernieuw(en)de denken tot festival met hip dj-dessert moet worden opgestuwd. Filosofie als evenementcultuur: waar, in deze ideeënfontein, is de reflectieve stilte? Dat gedacht hebbende, citeren wij de openingszin uit Epicurus’ brief aan leerling Menoikeus: ‘Laat niemand wanneer hij jong is het beoefenen van de filosofie uitstellen, en laat ook niemand wanneer hij oud is het filosoferen moe zijn.’

Een korte inleiding bij enkele van de gasten op het festival: 

Alain de Botton (Zürich, 1969)

Eerder dit jaar was er de enigszins ludieke Rijksmuseum-actie waarbij de Zwitserse Brit Alain de Botton samen met John Armstrong kunstwerken van bijschriften voorzag. Op grote Post it-papieren prijkten, als reactie op de ‘saaiheid’ van de conventionele feitjes op vaak onhandig geplaceerde museumkartonnetjes, De Bottons overpeinzingen. Object en tekst schuurden daarbij niet zelden. Volgens De Botton moet kunst, evenals literatuur, muziek en filosofie, therapeuteren. En een democratische functie hebben, voor eenieder tot het nu herleidbaar zijn.
‘Het is de vraag,’ aldus de veelgelezen voordenker in zijn boek De troost van de filosofie, ‘of toegang tot werkelijk waardevolle ideeën beperkt is tot een handvol genieën tussen de bouw van het Parthenon en de val van Rome, of dat, zoals Montaigne moedig poneerde, hij open is voor u en mij.’ De uitdaging, kortom, is om filosofie uit de ivoren toren te halen en terug naar het agora te brengen. Daarbij dringt zich, heel democratisch, de vraag op in hoeverre dit voor een hoogopgeleide veertigplusser uit een bijzonder gefortuneerd milieu inhoudelijke koketterie, dan wel luxespeelgoed is. Maar is alles wat zich niet hoeft te limiteren tot het vervullen der basislevensbehoeften niet a priori een luxe?

In 2008 was De Botton medeoprichter van The School of Life in Londen, open filosofiecentrum zonder anker in dogma, stroming, of doctrine. Aangeboden wordt onder andere bibliotherapie: helend lezen op recept. De vers geopende Amsterdamse School of Life-dependance is een van de partners van het Brainwash Festival. 

Désanne van Brederode (Utrecht, 1970)

‘Grofkorrelig of fijn, met de roller of het plamuurmes opgebracht – het maakt allemaal uit voor het effect,’ schrijft voormalig Buitenhof-columniste Van Brederode in de roman Hart in hart. Haar vaak dolende hedendaagse personages worstelen met problemen, dilemma’s, kernvragen die de universaliteit van de eeuwen in zich dragen. Vanuit een katholieke

levensbeschouwing laat ze het wispelturige hart, de rusteloze geest en het ongrijpbare nu botsen. In Modern dédain, vurig pamflet contra de geaccepteerde minachting voor geestelijke verdieping, toont Van Brederode zich een fier moraliste. Fijnzinnig intellect contra neo-liberale, massamediavluchtige grofkorrel. Elitair? In de betekenis van ‘verheffingspleidooi uit gecultiveerde kringen’, jazeker. Hulde. 

Frédéric Lenoir (Madagascar, 1962)

Men zou hem de spirituele avonturier en ecologische activist onder de contemporaine Franse denkers kunnen noemen: behalve boeddhistisch belezen is Frédéric Lenoir milieu- en dierenwelzijnbetrokken. ‘Het zoeken naar waarheid,’ noteerde hij in het vergelijkend warenonderzoek Socrates, Jezus, Boeddha – Drie leermeesters, ‘leidt tot ware vrijheid.’ Dat die vlieger voorwaar niet overal ter wereld opgaat, is hemzelf ook wel duidelijk. Maar men moet ergens beginnen nietwaar, en waar beter dan volgens dat aloude adagium bij, juist, daar.

Ook Lenoir serveert filosofie behapbaar aan een bredere toehoordersschare: iedere zondagochtend op radiozender France Culture in Les racines du ciel (de wortels van de hemel).

Marli Huijer (Amsterdam, 1955)

Contra de populair-wetenschappelijke filo-tendens staat Marli Huijer – wellicht een generatiedingetje – als bijzonder hoogleraar aan de Rotterdamse Erasmus Universiteit stevig in de academische traditie. Als medicus-filosoof beschouwt zij vooral de weerslag van macrofenomenen in de praktijk. In Discipline – Overleven in overvloed betoogt ze de noodzaak van hernieuwde matiging in het keuzelabyrint van een welvarende, ethisch zwabberende westerse wereld. Door haar werk, in de jaren tachtig, in de heroïneverslaafdenopvang zag Huijer al vroeg de repercussies van ongelimiteerde vrijheid en zelfgratificatie. Oftewel: sociaal progressief denken betekent anno 2014 herbezinning op lang conservatief geachte normen en waarden. Schouders, weelde, et cetera.

Eric Kaplan (New York, 1971)

‘Er zouden meer wetenschappers moeten zijn dan advocaten,’ merkte Eric Kaplan op in een interview met The New York Times. ‘Een plastic vliegtuig uitvinden is beter dan iemand aanklagen.’ Laconieke wijsheid van de in Brooklyn geboren bolleboos die Harvard en Berkeley bezocht, maar Academia verliet om in Babylon Hollywood een carrière als sitcomscenarist te wagen. Sinds zijn dubbelbaan als schrijver/coproducent voor de succesreeks The Big Bang Theory kan Kaplan een potje breken. De serie presenteert jonge, briljante en aandoenlijk dysfunctionele exacte-wetenschappers als rolmodellen, novum in de voornamelijk debiliserende televisie-industrie. Slim zijn is mooi, luidt de boodschap, maar in een wereld vol domheid niet altijd eenvoudig.
 
Brainwash Festival, zaterdag 25 oktober, De Nes

Amsterdam, 13.00-1.00 uur