Een week lang kijkt Canvas naar het thema De stad.

Studio De stad
Canvas, ma-do, 21.30-22.25 uur
Herhaling, canvas, do-vr, 9.35-10.30 uur
 
Es ist einem, als schüttle da eine Riesin ihre Locken und strecke ein Bein zum Bett heraus, wenn man am frühen Morgen, noch ehe die Elektrischen fahren, von irgendeiner Pflicht angetrieben, in die Weltstadt hineingeht.
Robert Walser: Guten Tag, Riesin! (1907)
 

Meer dan honderd jaar geleden schreef de poète maudit Robert Walser zijn sprankelende ochtendgroet aan Berlijn. De stad die hem, jonge Zwitserse schrijver in het kielzog van zijn succesvolle broer Karl, ook had opgenomen. Walsers taal danst met de reuzin, omarmt, plaagt, liefkoost haar, en geen lezer blijft door deze drieënhalve bladzijden onbetoverd. Walser beleefde en beschreef een fenomeen dat indertijd nog relatief nieuw was: de moderne Europese metropool in al zijn contradicties van wonderlijk en deprimerend. Vertrekpunt en terminus. Labyrint en speeltuin. Orakel en leugenaar. Schoonheid en monstrum. Permanente openluchttentoonstelling van littekens, kraters, amputaties, flaters. Toch bloeit in de kieren van iedere gemeentebestuurlijke plompverlorenheid, micro of macro, steevast dat prachtige onkruid: de ziel van de stad. Daar schuilt de onvermoede charme van miljoenen elkaar kruisende levenslijnen. 

Deze week thematiseert Canvas de stad in al haar facetten. Vier opeenvolgende avonden staat in Studio de Stad telkens één vraag centraal. Experts van divers pluimage schuiven aan om van gedachten te wisselen over onder andere het vormgeven van de ‘stad van de toekomst’. Uitdaging voor de urbane planners: de druk op oude Europese steden, in hun historische kernen volstrekt niet berekend op autoverkeer, massatoerisme en evenementensurplus, neemt exponentieel toe.
Dinsdag is in de archiefreeks Memotv een tweetal films van Jef Cornelis te zien: De straat (1972) en Vlaanderen in vogelvlucht (1976). Ze tonen een sterk veranderend Vlaams België. Donderdag zijn er de documentaires The human scale en – in De Uil van AthenaGarbage dreams. De eerste film portretteert de Deens stadsarchitect Jan Gehl, de tweede de vuilnisbeltjutters van Caïro.

De twee interessantste uitzendingen vallen net na deze week: Le chantier des gosses en Les gens du quartier, uit te zenden op zaterdagavond 1 november. Deze films werden in de jaren 50, zonder budget en met een zelfgebouwde camera, gedraaid door de autodidacte cineast Jean Harlez, in de oude Brusselse volkswijk de Marollen. In de eerste (fictie)film verdedigt een groep weerbarstige ketjes – Brussels dialect voor straatjongens – hun terrain vague-speelplek. De vijand: een cohort van architecten, ambtenaren, bouwvakkers. Gloedvolle, geëngageerde grotestadspoëzie over een wijk die ooit als een dorp voelde.