Dokter bepleit slow food, waarbij kalveren gewoon in de wei opgroeien met hun moeder, in plaats van in te kleine stallen. ‘We krijgen de koe,’ stelt hij, ‘volgens de een is dat van de natuur en volgens de ander van God, maar het is uiteindelijk belangrijk hoe je daarmee om gaat. Dat moet je respectvol doen.’ Hij begrijpt dat zulks voor sommige mensen betekent dat je de koe helemaal niet opeet. ‘Dat kan ik me goed voorstellen. Maar de meerderheid van de bevolking eet wel vlees en ik ook. En als je van vlees houdt, dan is het ook goed om te weten wat daarbij komt kijken.’
Henk Dokter filmde het leven van een kalf, van geboorte tot biefstuk.
Maar dan is er de slacht. Dat is even slikken. ‘Mijn hart zat in mijn keel, met name voordat we echt de slachterij in kwamen. Je hebt toch een band gekregen. Ja, het was heftig, verschrikkelijk, maar je wordt op een gegeven moment ook rustig, als je die slachter aan het werk ziet. Het is ook ontzettend leerzaam.’ Van de entrecote tot aan de haring, elk stuk van Jonathan wordt door de slachter voorzien van uitleg en met grote zorg behandeld. ‘Het is eigenlijk wel geweldig hoe dat in elkaar zit, het handwerk van de boer, naar de slachter, de slager en uit uiteindelijk de kok. Daar krijg je ook waardering voor.’ En een heerlijk biefstukje, wil Dokter best toegeven. ‘Het smaakte fantastisch, je merkte echt dat het vlees van topkwaliteit was.’