Van zingen onder de douche naar zingen in een voorstelling: gewone buurtbewoners op zoek naar hun innerlijke Pavarotti en Callas vertellen het bijzondere verhaal van hun Utrechtse wijk in Volksopera Ondiep.

Leve de volksopera!
Zaterdag, nederland 2, 21.15-22.00 uur

De wijk Ondiep werd lange tijd in één adem genoemd met Kanaleneiland, die andere beruchte volkswijk in Utrecht. Inmiddels is Ondiep een populaire plek voor jonge gezinnen en studenten om zich te vestigen, mede dankzij de flinke herstructurering die de laatste jaren is ingezet door de gemeente. Veel oude panden moesten plaatsmaken voor moderne nieuwbouw, zoals buurtcentrum De Speler aan de rand van de wijk. Het gebouw is vooral niet wat de argeloze bezoeker vooraf denkt bij de term ‘buurthuis’: het is licht, ruim, brandschoon en heeft een fantastische catering.
Het is maandagavond en De Speler is druk bezet. Sporters lopen van en naar de sportzalen bovenin het gebouw, maar maandag is ook de dag waarop de bewoners van Ondiep bijeen komen om te repeteren voor een heuse opera. Dat het hier niet gaat om beroemde operasterren, maar om gewone buurtbewoners, valt direct op. Twee dames, de een met een handtas aan haar arm en de ander met een grote boodschappentas van de Jumbo, ­arriveren als eersten. Ze begroeten de koor­dirigente alsof het vriendinnen zijn die ­gewoon even gezellig komen kletsen. Ook wanneer de zaal steeds voller raakt, doet de aanblik niet gelijk denken aan de repetitie voor een opera. Er zijn jonge mensen, oude mensen, zwangere vrouwen, kinderen en alles wat daar tussenin zit. De avond heeft alles weg van een gezellige buurtbijeenkomst.

De twee zussen Annie Stelte en Aly van Rooijen

Langzaam vorderen
De opera in Ondiep is de derde volksopera die georganiseerd wordt door Stichting Volksopera, die eerder neerstreek in de ­Amsterdamse wijken Tuindorp Oostzaan en Floradorp. Het is een echte opera met aria’s, duetten en koorzang, maar gezongen door gewone buurtbewoners. Onder begeleiding van een klassiek orkest en het Groot Omroepkoor brengen zij in voorstellingen op 23 en 24 mei een muzikale ode aan hun eigen wijk. ­De teksten zijn in het Nederlands, maar geschreven op de muziek van de bekendste operastukken. Het verhaal van de volksopera, geschreven door regisseur John Lust, doorloopt de interessante geschiedenis van de arbeiderswijk. We volgen de voetbalhelden van de Ondiepse club dos, die in 1958 kampioen van Nederland werden. Voetballer Tonnie wil het beste voor zijn wijk, maar wordt verliefd op een meisje uit de Hooipoort, waar de zogenaamde onmaatschappelijken van Ondiep woonden. Vervolgens beschrijft het verhaal de achteruitgang van Ondiep en uiteindelijk de rellen in 2007, die ontstonden toen een buurtbewoner werd doodgeschoten door een politieagent. Datzelfde jaar werd Ondiep ook aangewezen als een van de wijken van Vogelaar. Voor Stichting Volksopera is deze onrustige geschiedenis de belangrijkste reden om juist in deze wijk een volksopera te organiseren. Op een culturele manier willen zij de mensen uit de wijk weer bij elkaar brengen, om tegelijkertijd – hopelijk – de liefde voor de opera aan te wakkeren. In de driedelige NTR-documentaireserie Leve de volksopera! worden de Ondiepers gevolgd van auditie tot uitvoering. Langzaam vorderen ze van zingen-onder-de-douche tot heuse operazangers. De presentatie van het programma wordt verzorgd door operazangeres Tania Kross, die maar al te graag wilde meewerken aan het project. ‘Waar ik al jaren naar streef, is het idee uit de wereld helpen dat opera iets elitairs is. Componisten zoals Verdi, Puccini en Donizetti hebben allemaal hun opera’s voor het volk geschreven. Ze waren dé populaire componisten van hun tijd. Er is nu een perceptie dat opera voor oude mensen en voor de elite is, terwijl dat gewoon nooit zo is geweest.’

Saamhorigheid
Vijftigjarig koorlid Anita Bremmer wist meteen dat ze zich graag wilde opgeven voor de opera. ‘Wat me erg aansprak, was dat er op de flyer stond: “Je hoeft geen multitalent te zijn.” Ik houd wel van zingen, maar ik ben natuurlijk geen professional.’ In het dagelijks leven heeft Bremmer een administratiekantoor. Ze is geboren in Vinkeveen, maar woont al bijna 33 jaar in Ondiep. Voor haar auditie zong ze een liedje van Édith Piaf. ‘Toen begon ik toch wel even te twijfelen. Het was allemaal zo officieel. Je kreeg een kastje op je heup, een camera in je gezicht en een strenge jury voor je neus. Dan krijg je toch wel even de zenuwen.’ Spijt van haar beslissing heeft ze echter absoluut niet. Was het in het begin nog even spannend, nu worden de voorbereidingen alleen maar gezelliger. ‘Er is zo’n groot gevoel van saamhorigheid. In het begin kende ik nog lang niet iedereen, zoals bijvoorbeeld de nieuwkomers in de wijk. Nu is het of we elkaar allemaal al jaren kennen.’ Naast zingen in het koor verzorgt Bremmer ook de kaartverkoop en verzamelt ze de rekwisieten voor de voorstellingen. ‘Als je meedoet, vind ik dat je ook best iets extra’s mag doen. Het mooie van optreden met je wijk is dat iedereen wel wat anders bij te dragen heeft. Als we lakens of een bezemsteel nodig hebben, is er altijd wel iemand die dat heeft.’
Het is echter niet alleen de saamhorigheid die gestimuleerd wordt bij deze volksopera. Solist Martin van Doorn (44) is geboren en getogen in Ondiep en kende eigenlijk alle deelnemers al. Voor hem was vooral kennismaken met operamuziek een bijzondere openbaring. ‘Ik ben eigenlijk bakker van beroep, maar ik ben ook al jaren bezig als professioneel volkszanger. Als je zoveel Nederlandse volksmuziek hebt gezongen, is de stap naar opera best groot. In het begin dacht ik dat ik nooit op die manier kon zingen, maar het gaat me eigenlijk best goed af. Ik dacht ook dat ik helemaal niets wist van opera. Maar dan zetten ze de muziek op en dan blijk je het toch te kennen!’

Dirigente Jacqueline Fleskens

Heupdraaien
De repetitieavond wordt geleid door koor­dirigente Jacqueline Fleskens. Met haar enthousiasme en humor krijgt de vlotte blondine zelfs de minder soepele koorleden aan het heupdraaien en toonladders zingen. ‘Nu gaat alles even Noord/Zuidlijn!’ roept zij in haar microfoontje. ‘Alles gaat open! Ik wil alle Maria Callassen en Pavarotti’s horen!’ Het is verrassend hoe goed de veelal onervaren zangers en zangeressen als geheel klinken. De 37-jarige Fleskens deed al mee aan de eerdere voorstellingen van de Stichting Volksopera. ‘Ik werkte in Amsterdam-Noord met een lokaal koor, toen we gevraagd werden om mee te zingen in de volksopera. Daarna ben ik eigenlijk blijven hangen als coach en dirigente.’ Vanaf januari werkt ze met de Ondiepers aan hun zangvaardigheden. Het is een mooi project, vindt Fleskens. ‘Je ziet dat iedereen steeds meer verbroedert en dat totaal verschillende mensen met elkaar samenwerken. De eerste wijk waar we werkten aan een volksopera, Tuindorp Oostzaan in Amsterdam, werd gezien als berucht. Ook nu gaat het om een echte volkswijk met een veelbewogen verleden. De volksopera laat de positieve kant zien van deze wijken en de prachtige mensen die er wonen.’

De Ondiepse zangers